NOGMAALS HET VOORLOOPIG VOORSCHRIFT
OP DEN VELDDIENST.
(Met eene plaat).
In N°. 9 van den jaargang 1883 van dit Tijdschrift heeft „Een
Kapitein der Infanterie, gedetacheerd bij het Nederlandsche Leger"
eenigo beschouwingen gepubliceerd over het ter beproeving aan ons
Leger gegeven Voorloopig Voorschrift op den Velddienstwelke zeer
zeker, daar zij de eerste over dit onderwerp waren, de algemeene
aandacht zullen hebben getrokken.
Volgens onze bescheiden meeuing heeft deze kapitein, of men het
al dan niet volkomen met hem eens is, zich daardoor zeer verdienstelijk
gemaakt jegens het geheele Leger, namelijk, door als baanbreker den
eersten stoot toe te brengen aan het dreigend spook der invoering
van een voor ons in Indië onbruikbaar velddienstreglement.
Dat wij voor ons tevens de meening zijn toegedaan, dat onze wa
penbroeder bij het uitbrengen van die critiek niet ver genoeg gegaan
is, en, met het oog op de Indische Rhinoceroshuid, het ontleedmes niet
diep genoeg in de door hem opgespoorde wondeplekken heeft gezet,
hopen wij, als het te pas komt, in het navolgende kortelijk aan te
toonen. Wij houden het er zelfs voor,hij duide ons deze opmer,
king niet ten kwade dat hij zich door courtoisie jegens personen-
(zie zijn eigen woorden N°. 9, pag. 221), die bij de abstracte beschou
wing van een krijgskundig werk immers geheel buiten spel blijven
en moeten blijven, heeft laten vervoeren, om eigenlijk niet alles te zeggen,
wat hem zooal op het hart lag; terwijl het toch bij nieuwe regle
menten, als de antidiluviaansclie Garnizoensdienst en andere, niet tegen
den toets der critiek bestand zijnde dienstvoorschriften, zaak is, om
als strijdleuze het: frappezFrappez toujoursmais sur tout frappez
fortte kiezen.