458
Men begrijpe ons goedwij hebben niets tegen de opsomming van
de wijze, icaarojp zulk eene statistische verkenning moet geschieden,
als zij geschiedt, maar hadden ter plaatse een aanwijzing gewenscht,
hoe het daarmede in Indië gesteld is. Door dit niet te vermelden
en er zelfs met geen woord gewag van te maken, wordt de Lezer op
een dwaalspoor gebracht.
Hoewel het eigenlijk minder ter zake doet, meenen wij ons ter
wille van de taal te moeten vereenigen met het op pag. 5 bestreden
gevoelen, dat het aanteekenen van een voorwerp niet hetzelfde is als
het aanteekening houden van een voorwerp.
Wat nu het woord „Brigade" (pag. 6) betreft, zoo geven wij den
„Kapitein" groot ongelijk, en zijn we er sterk vóór, dit in het Yoorschrift
te behouden, ja het zelfs met ietwat vette letter te doen drukken.
Wanneer dan later de eene of andere oorlogszuchtige mogendheid soms
dit werk in handen krijgt, kan dit niet anders als gunstig op het
behoud van den vrede werken.
Niet aldus, wat de beschouwing betreft, dat een velddienstregle
ment niet bestemd is, den militairen geest op te wekken. Wij houden
het er voor, dat, aangezien dit reglement slechts een schakel uitmaakt
van het groote militaire mecaniekzulks wel degelijk het geval moet zijn
dat ergo elke bepaling, die daartoe kan dienen, niet nagelaten
mag worden.
Ook meenen wij ter zake van H. C A. R.'s beschuldiging van
inconsequentie (pag. 7), dezen te moeten doen opmerken, dat de
„Kapitein der Infanterie" volstrekt niet voorgesteld heeft, het Pruisische
velddienstreglement voor ons Leger te „verindiseeren", maar slechts
eene enkele daarin voorkomende, ook voor Indië bruikbare bepaling
over te nemen.
Iets minder zuiver Pruisisch zoude een dergelijke bepaling zelfs
zeer gewenscht zijn.
Stond er b. v. b.: „In oorlogstijd verrichten marcheerende troepen,
behalve het elkaar onderling rechts passeeren, geen eerbewijzen; de
commandanten van elkaar buiten eene plaats ontmoetende troepen
deelen zonder buitengewone reden elkander, en wel de jongste in rang
het eerst, in 't kort hun naam, korps, bestemming of doel mede.
„Ontmoet een marcheerende troep een officier, die hooger in rang