460 Uit die schets blijkt duidelijk, dat zelfs wanneer in de werkelijk heid de manschappen een meter afstand hielden en niet opsloten, zooals het geval is met deze formatie, zonder vermindering van het verdedigingsvermogenslechts weinig meer ruimte in de lengte wordt ingenomendan met een sectie-colonne op halven afstanddat verder de manschappen slechts rechtsom en vaardig hebben te maken om aldadelijk een krachtdadig vuur (hier 62 geweren) te kunnen af geven dat ook bij een frontaanval met het viergelederenvuur wei nig minder geweren (36) dan bij een sterke sectie in front in wer king gebracht zullen worden; dat de ontwikkeling in linie uit deze formatie, door opmarschal zeer eenvoudig en gemakkelijk isdat deze marschcolonne bij de gemakkelijkheid, om door het naar bin nen treden der guides een carré te formeerenook bij het oversteken van een open terreinwaarbij men door cavalerie bedreigd wordt, de aangewezen marschvorm is, terwijl zij ook als zoodanig tegenover nog niet ingeschoten Europeesche Artillerie, of als rendez-vous-stelling eener compagnie, evengoed te gebruiken zal zijn. Bij dit alles komt nog, dat deze marschvorm aan kader en man schappen het gemakkelijkst valt. Ter zake zij nog gezegd, dat het voorschrijven eener oogenblikkelijk aan te nemen defensieve en offensieve formatie bij den marsch op vier en twee gelederen alsmede op een gelid in een Indische compa gnie-school niet mag ontbreken. Na deze eigenlijk meer tactische uitweiding gaan wij verder. In zake van de Indische brigades blijven wij de reeds biervoren geopperde denkbeelden omhelzen. De opmerking over 5S punt 11 omtrent het onvoldoende der maatregelen, om het verband te bewaren, wordt, onzes inziens, niet wederlegd (pag. 10) door de in 175 punt 1 voorgeschrevene gedragregels der spits. Deze, die in de eerste plaats de grootste stilte in acht moet nemen, kan toch moeilijk aan het kappen van takken of het nog veel meer gedruisch makende merken van boomen gaan. Een enkel afgebroken takje, een in den grond gestoken stok is alles, wat men van haar in gemoede vergen ma". Het beter aangeven van den weg is het werk der bij de voor wacht ingedeelde genietroepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 471