467 is, alhier bij het bivouacqueeren mag aannemen, ongeacht of men al dan niet met een Europeeschen vijand te doen heeft. "Wij voegen hierbij als standmodel de opstelling van eene compagnie Infanterie bij nacht, zooals wij ze gaarne in een Indisch velddienstreglement zagen opgenomen. (Zie de schets op bijgevoegde plaat.) Daar de noodzakelijkheid, zich in Indië naar alle zijden te bevei ligen, wel niet te betwisten zal zijn, kunnen wij veilig hiervan afstappen en er op wijzen, dat ook het niet voor eens en voor altijd zeer stellig voorschrijven van den opmarsch en het in stelling komen 171) van een te velde marcheerenden troep, bij het rusten van eenigen duur, om dergelijke reden als bovengemelde, in een Voor schrift voor hier te lande, als een bepaalde fout moet worden aangemerkt- Het bespringen van een zoodanig zorgeloos rustenden troep door den hem vaak voortdurend, maar geheel onzichtbaar verge zellenden vijand, zoude daarvan zeker dikwerf het noodlottige gevolg zijn. Geheel vereenigen wij ons met de op pag. 20 bestreden opmerking van den „Kapitein" omtrent §175. Een dergelijk gezoek naar gedragregels moet in een reglement niet noodig zijn; in dat geval nog liever herhalingen. Wat het marcheeren met het ongeladen, dan wel door den opge zetten pal tot oogenblikkelijk gebruik ongeschikt geladen geweer betreft (pag. 21), zoo gelooven wij, dat in aanmerking nemende het vertrouwen, dat het wapen in geladen toestand den steeds op een aanval bedachten éclaireur inboezemt, en het feit, dat men niet met kinderen te doen heeft, er niets tegen is, om doodeenvoudig met geladen geweer te doen marcheeren. Dat de slag veer heel goed urenlang in gespannen toestand kan verkeeren, zonder iets van hare kracht te verliezen, is overbekendbreekt zij, welnu, dan nog liever een nieuwe slagveer, dan een nieuwen of niet gewroken soldaat. Alvorens met onze opmerkingen over de anticritiek verder te gaan, willen wij er op wijzen: le. dat 196 van het Voorschrift den onervaren krijgsman alles, behalve een juiste voorstelling van onze Indische rivieren zal geven; noch als regel, noch als uitzondering, is daarin sprake van het uit een militair oogpunt zeer belangrijke, schier onbegaanbare terrein, meestal aan weerszijden van de grootere bevaarbare rivieren gevonden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 478