468
2°. dat het in 213 ter sprake gebrachte kaartje der omstreken,
bij de gedachte aan de Sumatraansche, Borneosche, Moluksche en an-
deie wildernissen, waar het schouwtooneel onzer daden voor de eerste
eeuwen wel zal liggen, met den besten wil ter wereld, niet als zeer
kenschetsend, voor den toestand kan worden aangemerkt;
3°. dat tegen het in 218 voorgeschreven uitsluitend gebruik
maken van dubbelposten vele bedenkingen zijn in te brengen, ten
eerste omdat bij nacht soms zooveel posten noodig zijn, dat een wacht
dienst met dubbelposten te zwaar zoude worden, en tweedens omdat de
kozakkenposten, overal te velde, waar zij toegepast werden, uitstekend
voldaan hebben, daar zij hij een minder moeilijken dienst (eigen aflos
sing! ook een grooter weerstandsvermogen bezitten, dus in verband met
het terrein en de omstandigheden verreweg de voorkeur verdienen;
4 dat in 219, behalve „het woord", vergeten is den man bekend
te maken, hoe hij bij een aanval moet handelen (vandaar het woord
kozakkenpost)
5 dat het volgens 225 te velde twee volle uren op post laten
staan van den man, die hier niet, zooals in het garnizoen, mag
staan suffen, onzes inziens verkeerd is;
6°. dat het aflossen der wachten, om de 24 uur, zooals wij reeds
vroeger aangetoond hebben, algeheele afkeuring verdient; na zulk
een wacht, die vaak door een lekker marschje in het Indisch zonnetje
voorafgegaan wordt, is men, wat de soldaat „gaar" noemt; geheel
onnoodig wordt daardoor een gedeelte van den troep onslagvaardig
gemaakt. Een ieder, die wel eens in zoodanigen toestand verkeerd
heeft, zal dit met ons beamen. Duidelijk staat het ons ten minste
nog voor den geest, hoe wij met de revolver in de eene, de sabel
in de andere hand, als geradbraakt, voortdurend door de postenketen
tuimeldenom den ons in zulk een nooit eindigenden nacht, niette
genstaande sterice koffie en koude douches, schier overweldigenden
slaap te verdrijven.
Na dit relaas gaan wij weder verder.
Wat de door H. C. A. R. gegeven opheldering over het woord
„reserve (pag. 23) betreft, zoo meenen wij niet om de zaak, maar
ter wille van het recht te moeten wijzen op het feit, dat hoofdmacht
of hoofdtroep niet synoniem is met reserve.