482
Welk doel toch kan een officier met schrijven hebben, of liever: welk
doel mag hij alleen hebben
Hij mag verbetering uitlokken door juistere denkbeelden bekend te ma
ken, die hij door ondervinding verkregen heeft.
Ook door studie kan de officier veel nut stichten. Wij eeren dienaan
gaande de denkbeelden van den grooten Koning van Pruisen, die schreef:
II serait a souhaiter, pour les progrès des connaissances humaines, que,
au lieu d'écrire, on s'appliquat plutót, sans faire des livres nouveaux, a
faire de bons extraits de ceux que nous avons déja; on pourrait espérer
alors de ne pas perdre inutilement du temps par ses lectures.
Reputatie maken, geldelijk voordeel, opzien baren of andere motieven
kunnen niet de bedoeling zijn van een officier, die schrijft.
Wil de schrijver dus nuttig zijn en voelt hij zich geroepen, op gebre
ken te wijzen, dan staat hem de weg open, onder een pseudoniem te
schrijven.
Hierdoor zal hij, indien hij van meening is, maatregelen van boven
hem gestelde personen te moeten afkeuren, dit minder hinderlijk doen,
dan door er zijn naam onder te plaatsen.
Hij doet hierdoor de discipline niet rechtstreeks te kort en plaatst zich
in ieder geval op een geheel ander standpunt.
Er ziji? personendie bewerendat onderteekening van dergelijke
stukken iets ferms heeft. Het is wel mogelijk. Maar voor den subalternen
officier vooral is het eene fermeteitdie men misplaatst kan noemen en
die men in den regel met onaangenaamheid zal boeten. C'est beaumais béte.
Men kan dan ook moeilijk van hooger geplaatsten vergen, dat zij aan
inférieuren toestaan, hunne maatregelen te laken.
Dit nu doet de Heer R. in hooge mate; hier en daar in minder goed
gekozene uitdrukkingen en op sommige plaatsen van voldoende redenen
ontbloot.
Zoo stipten wij reeds even aandat de quaestie-Ylissingen lang niet
zoo gevaarlijk is als de Schr. dit voorstelt en mag hem dit in ieder
geval geene aanleiding geven, te schrijven, dat, door het bouwen van
torpedobooten te Vlissingen, het Departement van Marine den vijand in
■de hand heeft gewerkt.
Ook de uitdrukking op bldz. 7 „De lichtvaardigheid, waarmede men
enz." is alles behalve gelukkig gekozen.
Op bldz. 13 en 14 zegt de Schr.
„De redenen waarom, blijkens het bovenaangehaald ministerieel besluit,
in 1877 van eene bewapening aan onze ramschepen met spartorpedo's