514
Dit in art. 27 te stipuleeren, en daardoor het verlaDgen van het
Legerbestuur algemeen bekend te maken, zal, dunkt ons, niet over
tollig geacht worden.
Art. 28.
In de practijk heeft dit artikel wel eens aanleiding gegeven tot
eene interpretatie, die niet in de bedoeling ligt van het Departement
van Oorlog. De tweede alinea van art. 28, n. 1. de woorden „als vo
ren", gaven daartoe aanleiding.
Men meende, dat een gepasporteerde of gegageerde, uit kracht dei-
gecursiveerde woorden, ten allen tijdedus ongeacht zijn leeftijd, het
recht behoudt weder in Z. M.'s militairen dienst te treden, zoo hij
slechts physiek daartoe geschikt wordt bevonden door den genees
kundige, met zijne keuring belast.
Wij weten intusschen, dat het Legerbestuur die zienswijze niet
deelt. Zonder spitsvondig te willen zijn, moeten wij intusschen ver
klaren, dat de bedoelde zinsnede van art. 28 ten dezen opzichte niet
duidelijk genoeg spreekt, om de hierboven aangegeven interprétatie
te mogen wraken.
Art. 31.
Hier wenschen wij de vraag te stellen, of het invullen der pas
poorten La. B door de korpscommandanten met rooden inkt moet
geschieden, of dat de geheele invulling met rooden en de onder-
teekening met zwarten inkt moet plaats hebben.
Hieromtrent bestaat geene eenvormigheid bij de verschillende korpsen.
Daar bij het Legerbestuur de briefjes van ontslag met rooden inkt
worden ingevuld, komt het ons voor, dat dit ook verlangd zal worden
van de paspoorten La. B.
Art. 33.
Het gebeurt meermalen, dat militairen, die met paspoort of gage-
ment naar Nederland moeten vertrekken, bij hunne afmonstering
geeneechter bij aankomst in Nederland wèl reclames inbrengen.
Deze reclames behooren o. i. niet in behandeling genomen te wor
den. Intusschen is het maar al te waar, dat de verklaring van een
Kolonel of Generaal van het Ned. Ind. Leger, dat de man geene