516 klasse daarheen overgevoerd zullen worden. Ons dunkt, dat deze personen in de klasse behooren te reizen, waartoe zij behoorden, toen zij in de gelederen dienden. Art. 48 Wij erkennen het billijke, dat er in gelegen is, om gedetineerden, in een strafcursus geplaatsten en als vermist afgevoerden, den tijd niet toe te rekenen, dien zij in detentie of in de 2° kl. van militaire discipline doorbrachten, of gedurende welken zij vermist werden ge voerd doch artikel 48 eischt meer. Een soldaat, die vijf jaren lang heeft gediend, in het zesde jaar als vermist wordt gevoerd; twee jaren daarna terugkeert, moet niet slechts één jaar nog dienen, maar zal nog twee jaren dienst moeten doen, boven zijne dienstverbintenis. Hetzelfde zouden wij voor gedetineerden kunnen aanvoeren. Is dit de bedoeling Of heeft art. 48 de strekking, te bepalen, dat bij militairen, die tot detentie of gevangenisstraf voor den tijd van eene maand of langer zijn veroordeeldlanger dan eene maand zijn ver mist geweest of in een strafcursus hebben doorgebracht, de tijd der detentie of gevangenis, der afwezigheid of opname in den strafcur sus niet als diensttijd moet worden aangemerkt? Dit laatste achten wij het rationeelst. Hiermede hebben wij de ons opgelegde taak volbracht. Wij hopen andere kameraden niet te vergeefs te hebben aangespoord, om ook hunne beschouwingen over de A. O. No. 20 van 1879 kenbaar te maken. Mati Panari.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 527