518
de eer van Frankrijk. Die onderhandelingen leidden dan ook tot
geen gewenschte uitkomst, om de eenvoudige reden, dat men nu
aan Ahmed op vredelievende wijze voorwaarden stelde, welke men
met geweld niet had kunnen verkrijgen.
Ahmed, die tijd wilde winnen om zich te versterken, hield de
onderhandelingen sleepende, totdat hij voor den krijg gereed was.
Toen hakte hij den knoop door en viel den 16en Juli 1837 Guelma
eensklaps aan. De kolonel Du vi vier, aanvankelijk eenigszins ver
rast, sloeg echter met zijn 800 man den overmachtigen aanvaller af.
Deze gebeurtenis had het gevolg, dat de toebereidselen tot de 2e expe
ditie met meer spoed en klem werden doorgezet. Te Guelma ver
zamelden zich inmiddels langzamerhand de verschillende korpsen voor
de expeditionnaire colonne. Yan den 21»ten op den 23sten September
herhaalde Ahmed zijne aanvallen op Guelma, doch Lamoricière,
die nu het bevel aldaar voerde, ontving hem zoo goed, dat hij met
groot verlies moest afhouden. Intusschen had de aanvoer van ma
terieel en munitie aanhoudend vertraging ondervonden, voornamelijk
door de weinige veerkracht en voortvarendheid bij de militaire In
tendance; eene instelling, waaronder het toenmalige Fransche leger
gebukt ging. Bij de expeditionnaire troepen werden uitstekende hoofd
officieren ingedeeld. Onder hen noemen wij in de eerste plaats ge
neraal Yalée, die, hoewel ouder officier dan Damrémont, ge
vraagd had om als commandant der artillerie aan den tocht deel te
nemen; Rohant de Fleur y was chef der genie Trézel, Rul-
hières, Combes en de jeugdige Hertog van Nemours waren
de bevelhebbers der vier brigades, waaruit de geheele macht was
samengesteld. De totale sterkte bedroeg 10,000 man. Gaarne had
men aan deze macht nog meer troepen toegevoegd, doch te Bone
was de cholera uitgebroken, zoodat een daar gelegerd regiment, dat
bestemd was om mede op te rukken, om die reden werd afgecom-
mandeerd. Met het oog op het seizoen wilde de generaal Dam
rémont niet langer toeven en bepaalde hij daarom tot dag van
afmarsch den lsten October. De herinnering aan al den regen en al de
koude bij de le expeditie was bij de soldaten nog levendig. Het maakte
daarom een onaangenamen indruk, toen reeds op den eersten marsch-
dag zware regenbuien nedervielen. Gelukkig echter veranderde de