525 -
streven verraadt, om tweedracht te stichten tusschen twee catego
rieën van staatsdienaren, beide even onmisbaarmilitairen en ambte
naren„Ferm, flink zoo!" zullen velen zeggen, die van P.'s schrij
ven kennisnemen. Ik niet. De grootste rampwaaronder Neder-
landsch-Indië gebukt gaat, is gemis aan samenwerking, gepaard met
naijver. Daarom schreef ik in De Locomotief van Augustus 1883:
Naijver, dat is ons ongeluk. Een gestadige strijd om den voorrang.
Burgerlijk bestuur tegenover leger; leger tegenover burgerlijk bestuur.
Rechterlijke macht tegenover administratieve macht; administratieve macht
tegenover rechterlijke macht. Waterstaat tegenover hoofden van geweste
lijk bestuur; hoofden van gewestelijk bestuur tegenover waterstaat.
Wetenschappelijke wapens tegenover infanterie; infanterie tegenover we
tenschappelijke wapens; onderafdeelingen der departementen van Alge
meen Bestuur tegenover onderafdeelingen; personen tegenover personen.
Ieder voor zich en God voor ons allen, dat is de leidende gedachte.
Oppassen dat men zich de kaas niet van zijn brood laat eten, dat is het
voorwendsel. 't Algemeen belang! Iloc weinigen denken er aan? Sa
menwerking, waar vindt men ze
Helaas, wie wil in Indië begrijpen, dat, wanneer de wrijving tusschen
de verschillende deelen van een werktuig te groot is, het meerendeel dei-
kracht nutteloos verloren gaat en stilstand het gevolg moet zijn.
En dan? Zij, die meenden te overwinnen, zullen evengoed lijden als
hun tegenpartij. Wie zal de traktementen, wie de pensioenen betalen,
wanneer de staatskas is uitgeput, ten gevolge der hooge eischen, die
ieder voor zich meent te mogen stellen? Denkt niemand om het beant
woorden dier vraag Wie overweegt, dat, vooral in eene kolonie zoo
als de onze, te midden eener overheerschte en niet overal even welwil
lend gezinde bevolking, vóór alles de handen moeten worden ineenge
slagen, om met verzaking van te groote gevoeligheid en te hoog gestelde
eischen, alleen te letten op de belangen van den Staat, in wiens val
zoowel zij, die in den ouderlingen strijd zegenpraalden, als zij, die de
nederlaag leden, zouden worden medegesleept. Bijna niemand.
Daarom ook schreef ik in 't Indisch Militair TijdschriftNo. 9 van
1881, gelijk ik reeds in April van dat jaar naar Nederland had geschreven:
Ook volgens mijne meening is het vervangen van een militair door
een civiel gouverneur eene fout. (1) Voornamelijk omdat kon worden voor-
(1) Te grooter, omdat iedereen wist, dat de benoemde titularis by het Leger niet
bemind was.
1884, Dl. I 34