529
wel de moeite waard geweest, daarvan te gewagen. Immers bleef
de Heer Fransen van de Putte consequent; de partij der agressie
bestrijdt daarentegen thansmet alle wapens welke zij meent dat
bruikbaar zijn, 't geen zij in 1876 beloofde dat zou kunnen plaats
hebben, nadat de door haar aanbevolene tactiek van voortdringen
branden en verwoesten zou zijn toegepast.
Verandering van inzicht of inconsequentie Zoo was het op
schrift, waaronder het slot van mijn opstel Pakan BadakKoerong
Raba en nog wat," waarvan wordt gesproken in de noot op bladz.
37 van het geschrift van P., in N° 10 van het Indisch Militair
Tijdschrift van 1883 is overgenomen. Dit ten rechte. (1) Immers blijkt
uic het voorkomende op bladz. 8 van het Koloniaal Verslag van
1879, dat de Minister van Goltstein en de Gouverneur-Generaal Van
Lansberge wel degelijk hebben geloofd, dat de uitkomst, hun door
de voorstanders der agressieve politiek voorgespiegeld, door de mid
delen, welke deze aanbevelen, zoude kunnen worden verkregen.
Daar toch leest men, dat in het schrijven van den Gouverneur-Ge
neraal van 25 Maart 1879 letterlijk voorkomt: „Aan den oorlog
moet nu een einde komen, hetzij de verwachte onderwerping ver
kregen wordt, hetzij aan den vijand zoodanige tuchtiging toege
bracht wordt, dat er geen twijfel bestaat omtrent onze overmagt
„en zijne nederlaag, en wij onze krijgsmacht kunnen terugtrekken(ik
cursiveer) „binnen de grenzen, voor onze definitieve vestiging aan te
„wijzen." Terugtrekken binnen eene definitief aan te wijzen vestiging
Tuchtigen om daarna te kunnen terugtrekken, dat was dus het
doel, hetwelk men zich voorstelde te bereiken, voor het geval dat
de verwachte (leesbeloofde) onderwerping niet werd verkregen.
De onderwerping kwam niet. De tuchtiging met nederlaag des
vijands volgde, zooals die telkens was gevolgd, wanneer wij den
vijand attaqueerden.
Niet echter het terugtrekken binnen eene definitief' aan te wijzen
vestiging. Daartegen kwam de partij van agressie met hevigheid
op. Dat terugtrekken zou het begin zijn van onzen ondergang. Wat
(1) Zie „Een advies aan den Minister van Koloniën, door W. A. van Rees1', ge
plaatst in Het Vaderland van September of October 1876, zoomede mijne „Vragen en
opmerkingen" naar aanleiding van dat advies, in het Bataviaasch Handelsblad van 12
December 1876.