532
Legerwelks opofferingen daardoorlioe schitterend ook, toch nutte
loos zijn geworden.
P. wijst op Spanje en Frankrijk. Hierover later. Thans alleen
een paar woorden over Bolélèng en Badjoa. Mij dunkt, die voorbeel
den zijn niet zeer gelukkig gekozen. Beide bleven bezet, na eene
behaalde overwinning. Béide werden door den vijand nooit aange
vallen. Beide strekten tot steunpunten, toen men het noodig oor
deelde, de tegenstauders nogmaals te bestraffen beide bewezen daarbij
groote dienstenen beide werden verlaten en gesloopttoen men
zich na de overwinning bepaalde tot het innemen der meest be
perkte stellingen, welke mogelijk waren; het recht om in de ge
strafte rijken gevolmachtigden te zenden en te plaatsen, ten gevolge
waarvan te Bolélèng thans een Assistent-Resident is gevestigd, en
Boni nu en dan door een reizend Assistent-Resident wordt bezocht.
Waarom heeft P. niet gesproken over Coen, die begon met het
innemen eener beperkte stelling in het tot ons eigendom verklaarde
Koninkrijk Jacatra? Was het stichten van een fort te Palembang
in 1659 iets anders dan het innemen eener beperkte stelling Weet
P. een anderen naam te geven aan het bezetten der kuststreken op
Ceylon, in 1656? Was het vestigen van een kantoor te Padang,
met den vorst van Menangkebau als eersten bondgenoot, in 1666
iets anders? Dan wel het versterken van het fort Oedjong Pandang
te Macassar in 1669, na de door Speelman en zijne boudgenooten
behaalde voordeelen? Ofte wel het bouwen van het fort Speelwijk
te Bantam in 1684? Waar zijn onze voorouders toch anders begon
nen dan door het innemen van beperkte stellingen En de Engelschen
en de Franschen op het vaste land van Indië? P. moet wel be
hoefte hebben gevoeld aan voorbeelden, tot staving zijner leer, dat
hij Bolélèng en Badjoa heeft moeten aanhalen, te zamen met den
Elsas en Lotharingen, welke provinciën door de Duitsehers kunnen
worden bezet, omdat zij de macht er toe hebben, maar in welke des
niettegenstaande nog in den laatsten tijd Duitsche schildwachten zijn
vermoord en aangerand.
Op bladz. 16 spreekt P. van belangstelling in het leven van lands
kinderen. Helaas, tot nog toe is die belangstelling door de partij
van agressie niet erg aan den dag gelegd. Duizenden zijn bezweken,