552 poogde Duarte de ingenomen stelling uit te breiden, maar leed eene smadelijke nederlaag. Daarop in 1458 ging Alphonsus ver der en behaalde werkelijk aanmerkelijke voordeelen. Anders echter was het toen Sebastiaan van Portugal, te hulp geroepen door den wet tigen troonsopvolger van Marocco, in 1578 dat rijk den oorlog ver klaarde. Op den 4cle" Augustus 1578 totaal verslagen in de vlakte van Alcazar, werd zijn lijk door den Sultan te Ceuta uitgeleverd, en werd ook door de Spanjaarden, in wier handen de Portugeesche bezittingen in Afrika in 1580 overgingen, van verdere veroveringen in Afrika afgezien. En nu, ruim 300 jaren later, zijn de Spanjaar den nog altijd meester van hunne beperkte stelling en waren zij in 1860 in staat, de Maroccanen de gevoelige les te geven, die zij toen bij Tetuan ondergingen (1) en hun grondgebied om Ceuta uit te breiden, zonder daarom meer in bezit te nemen dan hunne krachten toelaten. P. ziet, niet iedere beperkte stelling, zelfs in zijn geliefkoosd. Afrika, is reddeloos verloren. De eene houdt het 250 jaren uit en de ander is nu al 470 jaren (een respectable tijd) in handen van Europeanen, terwijl de Spaansche koloniën in Zuid-Amerika, niette genstaande de Spanjaarden overal meester waren, en zij den opstand, zooals wij Atjeh, te vuur en de zwaard poogden te bedwingen, in het begin dezer eeuw geheel verloren gingen (2). (1) Onder den generaal O'Donnell. De Spaansche dichter Don Serafin Estebanez •wijdde in 1860 een klinkdicht aan de schim "van den Kardinsal Nimenès, zeggende: „Reveille-toi pour voir ton étendard triompliant arboré pour toujours a Tanger." G. Valbert, de schrijver van het opstel, „l'Inde et l'Algerie", bevattende een der motto's van P., laat op die woorden in de Revue des deux Mondes van 1 Maart 11. volgen: „Hélas! son illusion fut courte. Ne s'inspirant que des vrais intéréts de son pays, O'Don- rnell, qui n'étaifc pas un rèveur, se liata de conclure la paix, d'évacuer sa conquête, „et Estebanez désespéré s'écria: „Tout n'est qü'ignominie, il n'y a plus d'Espagnol."" (2) „Helsche divisiën," zoo bestempelden de Spanjaarden hunne eigen troepen korpsen, doorkruisten het land. Pardon werd niet verleend. Niet alleen overloopers en liunne medeplichtigen, maar ook ieder vijfde persoon, met hen tot in het vijfde lid verwant en bovendien nog een persoon uit het district, waar de desertie plaats vond, werd gefusilleerd. Zie Gervinus Geschiedenis der negentiende eeuw.Zie ook Dr. A. A. van Heüsden, Handleiding tot de kennis der nieuwere geschiedenisten ge- bruike der K. M. A3e deel, 1860. Op bladz. 440 gewaagt deze van Morillo, die in Venezuela kwam om als een tweede Al va Amerika te straffen en op bladz. 775, zegt hij, dat door de wreede strafoefeningen van Morillo en de gehechtheid des Konings aan het oude de opstand bleef voortduren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 563