554 Hoe dit ook zij, zeker is liet, dat de generaal Booms in zijne „Studiën over Algerië" 's Gravenhage 1878 verklaart, ter zake van de verovering van Algerië niet te willen treden in eene verge lijking met Atjelier bijvoegende: „vergelijking, die trouwens in de meeste opzichten (1) zou mank gaan." Mij dunkt, de generaal had verder kunnen gaan en gerust kunnen zeggeneene vergelijking is geheel onmogelijk. Men ga maar eens na. Frankrijk telt 37.672,048, Nederland 4.114,077 zielen. Frankrijk beschikt in vredestijd over een leger-van bijna 500.000 manzoo noodig aan te wenden in de koloniën (2)Nederland moet zijne bezittingen beheerschen met een koloniaal leger van 30.000 man. Frankrijk is de 2e zeemogendheid der wereldNederland beslaat niet de eerste plaats in de marines van den 2en rang. Frankrijk bezat tijdens de onderwerping van Algiers bijna geene koloniën hoogstens bedroeg derzelver bevolking 750.000 zielen; Nederland bezit, behalve Atjehkoloniën met eene bevolking van 25 millioen zielen. Frankrijk moest in den tijd van Louis Philippe, en zelfs nog veel laterhet volk te vriend houden door deszelfs zucht naar gloire te bevredigen; Nederlands belang brengt mede, zoo min mo gelijk te oorlogen. Frankrijk heeft hoogstens drie dagen stoomens noodigom zijne 1831 tot en met 1834, aan den Padrie-oorlog, en was in 1840 commandant der ge combineerde expeditie tegen Tanette. Hij werd in den Padrie-oorlog eerst gewond bjj Pamattan, en later met 5 blessures bij den opstand in de afdeeling Bora. Hij over leed op den 18den December 1843, als Kidder van de 3e klasse M. W. O. en Com mandant der 4e Afdeeling Depot te Banda. (1) De geachte generaal wijst daarbij op ééne bijzonderheid, n. 1. dat de Beni Menguellet en andere stammen, hoewel de onmogelijkheid erkennende van zich te hand haven, verklaarden zich niet re kunnen onderwerpen, alvorens zij het lot hunner bondgenooten hadden gedeeld. Hij brengt dit in verband met de mededeeling van een O. I. officier, dat onze positie te Atjeh niet veilig zoude zijn, alvorens de XXII Moekims met geweld zouden zijn ten onder gebracht. Welnu de XXII Moekims werden met geweld van wapenen ten onder gebracht, maar niet onderworpen. Waar is de veiligheid, die zou worden verkregen (2) Volgens den Almanak cle Gotha van 1883, zou de Armee d'Afrique bestaan uit Infanterie 66 bataljons en 5 compagnieën van discipline; cavalerie 60 eskadrons en 4 compagnieën; 15 batterijen; 9 compagieën genie en 16 treincoinpagnieën.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 565