563 districten. Het kwam er thans op aan, Toeankoe Tamboesei en zijne versterkte stelling te Daloe Daloe aan te tasten. Als voorbe reiding marcheerden de onzen naar het Z. O. van daar gelegene Radja Moendang. Er werd een gevecht geleverd tusschen den vijand en een klein detachement met 700 man hulptroepen onder Beethoven. Den 22sten Januari 1838 waren wij te Radja-Moendang, maar eerst den 28ste" December d. a. v. viel Daloe Daloe. Michiels had zijn tijd genomen. Hulptroepen waren overal tegenwoordig geweest. Op den 3den Mei honderd geweerdragenden van die van Mandhéling. Op den 23sten Juli 150 en op den 26sten Juli, bij eene verkenning, weder 40 man. Later, in November, zelfs 1500 man van Rau on der 't is om P. een schrik op 't lijf te jagen den Heer Ivats, misschien slechts een eenvoudig burgerten minste wordt zijne qua- liteit van ambtenaar niet vermeld. En die Ivats nam zelfs deel aan het berennen van Daloe Daloe, door op last van Michiels bentings aan te leggen voor de insluiting. Met Baros en Singkel had de generaal Michiels zich niet gehaast. Hij wist geduld te oefenen tot de omstandigheden gunstig waren. Dit begon, toen in den aanvang van 1838 de hoofden van Baros onze bescherming vroegen tegen de Atjehers. Voorloopig werd het Fregat „De Zaan" derwaarts gezonden; eerst op den 28sten April kwam Michiels te Baros, om den eed van trouw en onderwerping dien hoofden af te nemen, terwijl kort te voren ter hunner bescher ming eene versterking was aangelegd, die op den 10den October 1839 door de Atjehers werd aangevallen; de eerste strijd na die vestiging. Tusschenbedrijf: een kleine opstand in 't Mandhelingsche te Kotta Gedang. De barissans van Mandaheling vluchtten. De luit. Steinhardt, aan wien 't civiel gezag bij gebrek aan civiele ambtenaren was op gedragen door 2 politiedienaren medegesleept, moest door deze worden achtergelaten en werd afgemaakt. Een sergeant met 25 man dreef de opstandelingen echter op de vlucht. Aan het verzet werd vervol gens een einde gemaakt door 400 man troepen onder Michiels. Eene korte schermutseling was voldoende, om den hoofdopstandeling te doen in onderwerping komen. De strenge bestraffing bestond in het medevoeren als staatsgevangene van Soethan Mankoetoer. Niet in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 574