570 telkens getuchtigd. De civiele gezaghebber Thouloup bewees de volgende dagen gewichtige diensten, door zijne goedslagende pogin gen om de bevolking tot onderwerping over te halen. Nogmaals werd echter bericht ontvangen van plannen om binnen ons grondgebied te vallen. Nu uit het Oosten. Gewapende benden waren samengetrokken te Soengei-batang. Wel hadden de door uitgewekenen in Tan ah-data r gezondene brieven om deelneming geene uitwerking, maar in den rug der in Soengei-pago gestation- neerde troepen maakten stroopers den weg onveilig, terwijl onze hulptroepen te Rankia-loeloes onverwachts werden aangevallen. Te verklaren was deze nieuwe vijandige houding „door de omstandig heid, dat zij werd te weeg gebragt door opruijing en aanstoking „der uitgewekenen en andere vreemdelingen in die gewesten", (de gewesten sedert December tot driemalen toe getuchtigd) „die de bewo ners tot vijandelijkheden wisten over te halenja zelfs te noodzaken „terwijl zij zelf daar geene bezittingen hadden en dus niets te ver biezen bij de kastijding, welke daarvan het gevolg kon worden. „Bij eene nederlaag lieten zij de opgeruide bevolking aan haar lot „over." (1) Telkens waren onze troepen na de tuchtiging weder binnen onze grenzen teruggekeerd, behalve in Soengei-pago, dat tijdelijk was bezet. Thans werd besloten tot eene grootere, op verschillende punten te gelijk te ondernemen bewegingdie Michiels zelf zou lei den. Twaalf compagnieën werden daarvoor bestemd. De overste Sutherland kreeg het bevel over eene colonne van. 3 compagnieën, en een handmortier. De overste Yan Swieten bleef voorloopig Soengei- pago met 3 compagnieën bezettenen stond te Pasir-talarig. In middels werden latere berichten ontvangen. De beweging naar de zijde van de V Kotta's en Ivwantan werd daarom uitgesteld. Men besloot tot een inval in de XII Kotta's. Deze zou plaats hebben, gelijktijdig langs twee wegentegen de versterkte kampong Pasimpat- doerian-tarang. De colonne Sutherland zou den langsten weg van Sidjoendjoeng nemen. Yan Swieten den koristen, die echter volgens berichten door zwaar bosch liep, versperd was en bij genoemde kam pong door eene linie van verschansingen afgesloten. Sutherland (1) Lange, He deel, bladz. 498. Zij, die de bevolking uit de XXVI, XXII en IX Moekiras verdreven, kunnen hiervan nota nemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 581