ging den 2<kn Mei op marsch. O. m. had hij den last, niet met overhaasting te marcheeren, en om alvorens Pasimpat-doerian-tarang aan te tasten of twee dagen in eene daarvoor geschikte kampong te vertoevenom af te wachten of eene vrijwillige onderwerping met uitlevering der aanstokers zoude worden aangeboden. (1) Wat betreft den resident, hij nam doeltreffende maatregelen. De troepen zonden daardoor op de door te trekken plaatsen levensmidde len kunnen bekomen, die en men won daardoor het vertrouwen der 'bevolking' ruim betaald werden. De overste Sutherland kwam den eersten dag te Loeboe-taroh, waar hij het onjuiste bericht ontving van het door den vijand ver laten der te nemen kampong, eene tijding, welke Michiels, die te Soe- pajang zijn hoofdkwartier had, den 4<3en ontving. Den 5de« te Lankei kon de overste tegen betaling geene levensmiddelen erlangen den 6den te Silago werd men echter weer zeer goed ontvangen. Be reidwillig werden de troepen van huisvesting en voeding voorzien. Den 7clen rustdag. Den 8ste" verdwaald, zoodat men den 9de" naar Silago terugkeerde, maar slechts tot Padang-ilalang kwam, 't welk was verlaten. Inmiddels had Michiels ook van den resident tijding ontvangen nopens het verlaten van Pasimpat-doerian-tarang, en was dit waardan was [daar den hoofden en het volk, bij publi catie van den 24ste" April te voren, was kennisgegeven, dat geene veroveringen bedoeld werden] het beter den marsch te richten naar de landstreek tusschen de rivier van Kwantang en de Batang-Hari, waar ondersteld werd, dat de gewapende benden zich zouden hebben bij een getrokken. Sutherland werd in dier voege aangeschreven, met bijvoeging, dat hij later stelliger bevelen zoude erlangen. Dit had ten gevolge, dat hij tot 15 Mei te Padang-ilalang bleef standhouden, zoodat het onmogelijk was, dat hij tegelijk met Yan Swieteu, die schreef dat hij den 9<ien 0f KD™ 0p marsch zou gaan en rekende den 12Je" te Pasimpat-doerian-tarang te zullen zijn, die plaats kon bereiken. Daarom werd de colonne-Yan Swieten, die nu de vijan delijke stelling alleen en in 't front zou moeten aantasten, met eene compagnie versterkt en op 400 man gebracht. Deze marcheerde (1) Lange, lie deel, bladz. 505ik cursiveer ten behoeve van P. "Waaromzal ik wel niet behoeven te verklaren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 582