57b
4den April de geheele macht daar was vereenigd; dat op den 5llen
werd besloten tot den marsch naar Sangsit; dat daarmede eerst op
den 8sten werd aangevangen,- en dat Djaga Raga, niettegenstaande
de geheele troepenmacht den ll<ien te Sangsit was, 2 palen van de
verschansingen, eerst den 16(len April werd aangevallen?
Wat kan P. tegenover dit alles, (op twee na, die thans volgen,
al de krijgstochten onder Michiels) aanvoeren? De opstand van
Batipo en de samenscholingen te Loeboe-linta in 1843 met de daar
op gevolgde militaire vertooning in Pan, vlak bij Padang. Alsof
niet iedereen weet, dat een opstand, wanneer men de macht heeft,
zoo mogelijk in de geboorte moet gefnuikt worden. Alsof Michiels
niet onverantwoordelijk zou hebben gehandeld met dralen, toen Ba
tipo in het hart onzer vestiging en 44 paal van Padang in
verzet kwam, en alsof juist Batipo en Pau niet mogen beschouwd
worden als de enkele gelegenheden, waarop de generaal Yan Swie-
ten doelt.
Maar er valt uit de handelingen van Michielszooals die bij Lange,
zijn verdediger en dus een vertrouwbaar persoon, beschreven zijn,
nog wat meer te leeren. Het geheele boek van P. verraadt gering
schatting en minachting van al wat ambtenaar en burger isten
minste wat betreft medewerking in Indische oorlogen. Heeft hij, zoo
denkende, Michiels tot voorbeeld kunnen nemen? Stellig niet.
Men lette maar op de civiele ambtenarendie telkensmet de
onder hunne leiding gestelde hulptroependeelnamen aan de krijgs
verrichtingensoms zelfs alleen ageerden. Aan het opdragen van
het gezag, na de onderwerping der XIII Kotta'saan de civiele amb
tenaren P. C. van Roijen en Vau Raden; aan de plaatsing van twee
controleurs en een ondergeschikt ambtenaar, na het nemen van Baros
en Singkel, op die twee plaatsen; aan het regelen van een civiel
bestuur met civiele ambtenaren na den val van Bondjol; in alle
landschappenook te Batipowaar de controleur Abrahami de Mel-
verda, echter niet zooals zijne collega's, het toezicht moest houden op
de hoofden, maar dezen moest schragen; aan den resident Steinmetz,
door Michiels zoo hooggeacht. Hergens tweedracht. Overal sa
menwerking. Waarschijnlijk zag Michiels niet uit de hoogte neder
op andere landsdienaren dan militairen maar waardeerde hij ook hunne
k <7 r>