578 aan het hoofd der zaken had gestaan, dan zouden geene geheele streken zijn in de asch gelegddan zou men zijne hoogste voldoe ning niet gevonden hebben in 't nemen van wraak en nogmaals wiaak, en in den mageren troost: wij verloren slechts zooveel doo- den en gewonden, maar de vijand tien-, vijftig- of honderdtallen; pre cies zooals Daijaks zich beroemen, meer koppen te hebben gesneld dan hunne tegenpartijdan zouden de zaken waarschijnlijk anders geloopen hebben want ik zeg het den generaal Yan Swieten na „De generaal Michiels was een verstandig man en wist, dat toege vendheid en vergevensgezindheid de middelen waren om de heer- „schende gisting tot bedaren te brengen." Daarom ook zorgde hij bij de twee gelegenheden, dat hij meende te moeten straffen, dat die strafoefening zoo beperkt mogelijk was, en niet geheele dis tricten werden in de asch gelegd, om de verdreven bewoners als onze bitterste vijanden tegenover ons te zien staan. (I) (1) Niet misplaatst is hier, naar ik meen, dat verhaal eener gebeurtenis uit den Padrie-oorlogdus voor het optreden van Michiels als civiel en militair gouverneur. Op den lsten Maart 1837 werd op den grooten weg naar Pisang een Klingalees overvallen door een vijftiental gewapende Maleiers. Deze werden vruchteloos ver volgd. Zij behoorden tot den vijand, die zich te Soengie Rassou en Laring trachtte te versterkenen door zendelingen van het met ons bevriende hoofd van Samawang op de hoogte werd gehouden van 't geen bij ons voorviel. Den kapitein, later ko lonel, A. van der Hart, overleden als Gouverneur van Celebes en schoonzoon van Michiels, die met 80 bajonetten en eenige doebalangs van Soengei Poear te Samawang was gedetacheerd, en die aanhoudend liet patrouilleeren, zonder andere resultaten te verkrijgen dan dat onze soldaten nu en dan onverwachts werden beschotenwerd aangeraden het hoofd van Samawang te doen gevangen nemen. Hij weigerde. Het gedrag van het bevriende hoofd, dat zooals meermalen met anderen was gebeurd, met beide partijen wel wilde zijn, om zijne kampong en bevolking voor moord en verwoesting te sparen, vond hij niet vreemd. Hij begreep, dat deszelfs gevangenne ming meer kwaad dan goed zoude doenen dat het beter waslien die de berichten overbrachten te doen gevangen nemenwat echter ook mislukte. Gaf Yan der Hart, zoo handelende, geene les aan latere bevelhebbers? Had liij beter gedaan onmiddellijk te spreken van „verraad en van de galg voor den verrader en de vlammen voor diens kampong?" Is het geene fout, dat wij ons nooit op het standpunt der Atjehers plaatsen; ons zeiven nooit afvragen, wat zouden wij doen, zoo wij Atjehers waren en onsevenals zijtusschen hamer en aambeeld bevondenterwijl het aambeeld ons nader was dan de hamer Is het niet vreemddat toen de deserteur Cohen door een bevrienden vorst werd uitgeleverd, er onmiddellijk stemmen opgingen, die dit aanvoerden als een bewijs dat de Atjehers niet te vertrouwen zijn? "Waar bleef de consequentie?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 589