603
Ook hangt de keuze der middelen soms af van de omstandigheid
of er tusschenstations zijn.
Bij gebruik van tusschenstations, waartoe men door de groote
afstanden of wel door terreinhindernissen genoodzaakt kan zijn, be
hoeft men van de seinmiddelen der 2e groep slechts één stel op elk
tusschenstation te hebben.
Bijgebruik van vlaggen en enkele lantaarn (3e groep) op het
tusschenstation, heeft men daar tivee seininrichtingen noodig, waarvan
de eene de seinen ontvangt en de anderezoodra er een aantal seinen
ontvangen zijn die verder overbrengt.
Ten einde verwarring te voorkomen moet men dit zoo inrichten
dat op het tusschenstation de sein gever niet van het eerste en de
sein ontvanger niet van het tweede station gezien kan wordenof dat
door gebruik van verschillend gekleurde vlaggen vergissingen worden
vermeden.
Wanneer men wijzers als seinmiddel gebruikt zal men op het
tusschenstation den seinpaal gewoonlijk in zoodanigen stand kunnen
plaatsendat van de beide andere stations de stand der wijzers kan
waargenomen worden.
Voor het geval dat men uit eenig station met twee of meer aan
liggende posten, welke onafhankelijk van elkaar zijn, moet corres-
pondeeren, maakt men eveneens bij voorkeur van wijzers gebruik
en geeft den seinpaal zoodanige inrichting (zie plaat IV) dat hij ge
makkelijk gedraaid kan worden in de richting, waarin men hem heb
ben wil.
Alleen op een centraal station, waaruit men naar verschillende
richtingen te gelijk berichten moet verzenden, is men tot het gebruik
van manden verplicht, welke zooals men weet het nadeel hebben,
langzamer te seinen.
Dat in zulke gevallen elk station zijn eigen oproepingsteeken
waarvoor eene bepaalde letter kan genomen wordenmoet hebben
spreekt van zelf, terwijl het gebruik daarvan, ook voor posten wel
ke tot een derde hunne toevlucht moeten nemen om onderling ge
meenschap te krijgenwel geene nadere uiteenzetting noodig heeft.
Ook op de keus der groepen heeft het al of niet aanwezig zijn
van tusschenstations invloed.