625 A la bonne heure! Wij willen nu ook wel eens eerlijk belijden, dat deze onze be merking een beetje badine waswij begrepen natuurlijk wel dat de bedoeling anders was. Omtrent 79 wordt, ten einde onze onwetendheid te gemoet te komen, verklaard, dat onder „militaire" bruggen verstaan worden die, welke voor militaire doeleinden gemaakt zijn. Wij verklaren thans niets wijzer te zijn en wij moeten nog altijd er naar zoeken, waar om het woord „brug" niet voldoende wordt geacht, ook voor mili taire doeleinden. Alsof militairen, wel te verstaan in algemeenen zin, een ander soort bruggen noodig hebben dan burgerpersonen, om van den eenen kant naar den anderen te komen Waar een (civiele!) karbouw met (civiele!) kar over heen trekt, kan idem zoo veel kilo van een militair over heen vervoerd worden. Bestond er, ja! een grens, b. v. dat een „militaire" brug minstens de sterkte behoort te hebben om er met verdubbelde rotten over te mai'cheeren of minstens zoo breed moet zijndat een bespannen veldstuk passeeren kan, dan zouden wij met de benaming viede hebben; nu niet. 106 is ook alweder niet wel door ons begrepen. Toch zegt H. C. A. R. te gelijker tijd, dat er eene kleine omissie is ingeslopen en dat, wat onmiddelijk op het voorafgaande had moeten volgen, ten onrechte op een nieuwen reg"l is gezet. Daarop volgt de vergoelijking van de door ons beweerde ondui delijkheid, aldus: „hoewel de duidelijkheid van het voorschrift door „deze omissie niet te zeer geschaad wordt, is redres toch wensche- .iijk" H. C. A. R. spreekt dus zelf van onduidelijkheidnog wel die schaadten van wenschelijkheid van redres Op onze vraag, of men door „belegde plaats" bezette plaats hebbe te verstaan, wordt bevestigend geantwoord. Yan dit antwoord akte nemende, veroorloven wij ons thans de vrijheid aan te teekenen, dat wij de uitdrukking belegde plaats

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 636