632 gelaten wordt tusschen de achterste sectie eener voorste en de voorste sectie eener achterste compagnie. Nadat de geweren aan rotten zijn gezet, marcheeren de sectiën rechts en links uit de flank buiten de geweerrotten, waarna front naar voren wordt gemaakt. De onderofficieren legeren zich op de buitenste vleugels, de officieren achter de geweerrotten. De adjudant onderofficier, sergeant-majoors en fouriers liggen op dezelfde lijn als die der officieren, doch aan de buitenkant achter de overige on derofficieren der compagnie. De keukens komen op 15 M. afstand van en buiten de flanken. De bataljons-commandant, luitenant-adjudant en officier van gezond heid achter het rechter half bataljon op 10 M. afstand van de officieren der le compagnie; de politiewacht met voertuigen en paarden op dezelfde lijn achter het linker halfbataljon. In linie worden de geweren aan rotten gezet en gaat daarna het geheele bataljon 6 M. (8 pas) achterwaarts. De onderofficieren komen nu op de vleugels der sectiën, dus tusschen de manschappen; op 15 M. daarachter worden de keukens gemaakt, terwijl 20 M. verder naar achteren de officieren zich legeren. 10 M. achter de officierslinie, bevinden zich de bataljons-commandant en officieren van zijn staf en alweder in diezelfde lijn, achter den linkervleugel posteert zich de politiewacht, voorts de voertuigen en ambulance. Naar dezelfde beginselen bivakkeert 'eene op zich zelve staande compagnie infanterie. Afgescheiden van de politiewachtis er bij ieder bivak op ongeveer 100 M. voorwaarts van het front een „poste de discipline", die de gestraften en arrestanten te bewaken heeft Om niet al te uitvoerig te worden laten wij eene vermelding van de artillerie- en cavalerie-bivaks achterwege. Munitie moet altijd uit den voorraad worden afgegeven aan iederen chef, die er om vraagt en die met den vijand in actie is, derhalve ook dan, als de aanvraag van een ander korps komt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 643