635
tegenwoordigheid van officieren en onderofficieren, die er een aan
deel van moeten bekomen.
Bij de verdeeling ontvangt
ieder hoofdofficier5
kapitein4
luitenant3
onderofficier2
en soldaat1 portie.
De bevelhebber ontvangt 6 portiën extra boven en behalve het
deel, hem door zijnen rang aangewezen.
Paarden van den vijand worden tegen remonteprijs overgenomen
of bij gebleken ongeschiktheid, verkocht ten voordeele van de be
trokken militairen.
Ieder officiersbediende behoort te velde voorzien te zijn van een briefje,
waaruit blijkt, bij wien hij behoort. Deze briefjes worden door de
betrokken chefs voor „gezien" geteekend. Ieder bediende, die ge
durende den veldtocht den officier verlaat, bij wien hij in dienst is,
wordt als vagebond beschouwd en als zoodanig gearresteerd.
De gendarmerie „écarté de l'armée les femmes de mauvaise vie".
Tot zoo ver het Fransche velddienstreglement.
ITiervoren onderstelden wij, dat enkele der opgenoemde voorschrif
ten waardig zijn, in een Indisch Reglement overgenomen te worden.
Zoo b. v. het aflossen van slechts één man van een dubbelpost.
In 230 van het voorloopig voorschrift op den velddienst lezen
wij, dat de manschappen van eenen dubbelpost, zonder een gesprek
te voeren, elkanders aandacht zullen vestigen op alles, wat in den
omtrek van den post wordt opgemerkt en wederkeerig moeten zor
gen, dat de waakzaamheid niet veronachtzaamd of afgeleid wordt.
Dit voorschritt nu is, dunkt ons, zeer wel te koppelen aan de
Fransche bepaling betreffende de bedoelde wijze van aflossing en het
komt ons voor, dat men juist dan o. i. met grond zal mogen
verwachten, dat althans de dubbelposten geen al te groote flaters
zullen begaan.
Het eenige bezwaar, dat de korporaal van aflossing dubbel werk
krijgt behoort hier voor het grootere belang te wijken.
Wat ons een weinig bevreemd heeft is het geheel onaangeroerd