640 „keit der dagegeu vorgeschickten diesseitigeu Patrouillen zu prüfen. „Ebenso müssen diese Posten dem Unteroffizier mittheilen, wann und „wo sie etwa eine feindliche Patrouille gesehen haben. Da sie iin „Stande sein werden, diese Leute namentlich zu bezeichnen, so wird „der Kompagniechef ara Schlusz der Uebung in der Lage sein, In- „struktionen an Ort und Stelle über richtige Ausführung einer Pa trouille zu geben und Lob oder Tadel daran zu knüpfen. Diese „doppelte Ueberwachung der Patrouillen wird für diese selbst ein „groszer Sporn sein." Een ander punt, dat wij ter sprake meenden te mogen brengen, geldt de wenschelijkheid, om voor de onderofficieren en korporaals, zoodra men eenmaal een definitief velddienstreglement naar den drukker wenscht te verzenden, eene „beknopte" uitgave te reserveereu. Zoo is het ook bij het Nederlandsche leger het geval. Een sergeant of korporaal heeft b. v. met hetgeen omtrent „ver kenningskorpsen" en veiligheidsdienst in strategisclien zin wordt medegedeeld, zich hoegenaamd niet in te laten. Eene met vrucht te raadplegen handleiding bij het onderricht in den veldwacht- en patrouilledienst, ten dienste van onderofficieren en korporaals is bij voorbeeld die van den Graf Yon Waldersee, van welks 76sten Hoogduitschen druk ten jare 1873 de Nederlandsche infanterie kapitein M. De Sitter eene vertaling het licht heeft doen zien. Dat die handleiding in den smaak gevallen is, bewijst de 763te herdruk. Om intusschen juist te spreken, moeten wij eigentlijk ge wagen van „Leitfaden bei der Instruction des Infanteristen", welke leiddraad door De Sitter niet letterlijk vertaald doch vrij gevolgd is geworden bij de samenstelling van de zoo even genoemde handleiding. In dat werk komt wel is waar niet alles voor, wat naar onze meening de onderofficier te velde behoort te weten, o.a. niets om trent het oriënteeren, doch de zakelijkheid van den tekst in 43 bladzijden druks vervat, is overigens zóó, dat er toch maar weinig overschiet van hetgeen het kader behoort te kennen en niet daarin is opgenomen geworden. De billijkheid gebiedt intusschen te erkennen, dat de tekst ook

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 651