641
van ons voorloopig velddienstreglement aan zakelijkheid o. i. niet te
wenschen overlaat.
Met den minsten omhaal van woorden vermeldt het reglement
wat het wenscht te zeggen en in dit opzicht kan men zich bij het
samenstellen van een abrégé voor het kader gerust op dat reglement
verlaten, waaneer men slechts datgene er uit overneme, hetwelk
het kader bepaaldelijk weten moet.
Wordt er toe besloten aan het kader onderofficieren en korporaals
een afzonderlijk velddienstreglement uit te reiken, een reglement dat
alleen hun plichten omschrijft, dan bestaat er tevens te minder be
zwaar, om het voor de officieren bestemde exemplaar zoo volledig
mogelijk te maken.
De moeielijkheid om op enkele plaatsen den tekst uit te breiden,
ligt, wij weten dit ook, in het vooroordeel van sommigen, dat
men het gebied der tactiek zoude gaan betreden.
Het zal wel aan onszelven liggen dat wij die scherpe grens tus-
schen velddienst en toegepaste tactiek nimmer heel duidelijk hebben
kunnen ontdekken, evenmin als het onderscheid tusschen civiele
bruggen en militaire bruggen.
Men versta ons wel.
Wij hebben alleen de grens tusschen velddienst en toegepaste tac
tiek nimmer duidelijk kunnen afbakenen; naar onze meening toch
vloeit beider gebied niet zeldzaam ineen.
Tot ons genoegen hebben wij uit het werk van een bekend
Duitsch hoofdofficier, den majoor Peter Kukulj (blz. 168 zijner
„Beitrag zum praktischen Studium des Felddienstes") ontwaard, dat
wij niet de eenigen zijn, die ten deze minder helder zien.
„Taktik und Felddienst", zoo zegt hij, „sind mir synonime Be-
griffe; Ich wenigstens vermag da keine Unterschiede zu finden, es
„ware denn, dass man unter Ersteren die Katheder-Gelehrsamkeir,
„und unter Letzteren die practische Uebungen der Truppe verstehen
„wollte" (1).
(1) De lezers dienen ons ten goede te houden, dat wij wat veel citeeren, met aan
duiding der plaats, waar het te vinden is. Wij willen voorkomen, dat men ander
maal zou kunnen spreken van door ons gedane vertelseltjes(zie blz. 7 van het opstel
van H. C. A. R.)