642 De majoor Kukulj wil dan ook eene andere onderscheiding. „Die Taktik theile man ein in eine positived i. in daejenige, was „in den (Abrichtungs-und Exerzier-) Reglements und in Feld- „dienste niedergelegt ist, und in eine negatived. i. in den Zank „darüber, was auf dem taktischen Gebiete besser oder schlechter sei. „Nur der erstere Theil hat einen praktischen Nutzen; der zweite „Theil ist das Salz (wij cursiveeren), das man dem er steven, je nacli ndem Geschmachsinnemehr oder weniger aufstreutum ihn geniess- barer zu machen Zoo gaarne zouden wij het denkbeeld van den majoor Kukulj in zijne verdere ontleding willen volgen, doch de plaatsruimte voor ons opstel heeft ook hare grenzen. Wanneer intusschen de lezers er meer van wenschen te weten, kunnen zij het boekwerk mogelijk wel uit onze rijke Bibliotheek van het Departement van Oorlog ter lezing ontvangen. "Y óór en aleer er echter een definitief velddienstreglement ter perse gaat vleien wij ons, dat nog vele andere officieren in dit Tijdschrift, van hunne meening omtrent het voorloopig reglement zullen doen blijken. Heel dankbaar is zoodanig werk wel doorgaans niet, vooral als men er zich niet toe bepaalt, den te beoordeelen arbeid, zonder de minste restrictielieel mooite vinden, doch ■waardeering van eigen werk moet ook niet ons streven zijn. De hoofdzaak ten deze is, dat de denkbeelden van het officiers korps over het voorloopig velddienstreglement, zoo veel mousseeren dat de Maker van het definitief reglement, kan het zijn, ook wat licht van de andere zijde opvange. En uit dat oogpunt beschouwd, behoeft, dunkt ons, de generale staf zich dan ook niet met de volledige afdoening al te zeer te haasten. Wij eindigen ons opstel met het overnemen van een zeer beharti genswaardig woord van den takticus Mazel voorkomende in no. 12 van den 14den jaargang van de hand van een onzer collega's: ,,Ma conviction en effet est qu'un leesvelddienstreglement) vrai- „ment complet et d'un caractère scientifique ne saurait être 1'oeuvre „d' un homme dans la période de gestation laborieuse, de lutte contre „les vieilles idees, que nous traversons si péniblement.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 653