C50 krachtig argument voorwaar, een liefhebber-jurist overwaardig. Wanneer wij over een dergelijk feit ons ergeren en betoogen hoe dringend noodzakelijk het is, dat die discretionnaire macht van over- wijzing van zaken naar den Krijgsraad niet langer in handen van onbevoegden berusten zoude en dat de wet (1) de gevallen moest voorschrijven op welke wijze en wanneer zulks moet geschieden, is het ongerijmd onze op de praktijk gegronde bezwaren te wijten aan eenige ■prikkelbaarheid„omdat heet het een enkele die met ons van gevoelen durfde te verschillen, zijne opinie niet prijs gaf zonder overtuigd te zijn." Nog een ander voorbeeld waaruit het intellect van een zekeren Militairen Commandant kan blijken, welk geval wellicht kan bij dragen tot staving van ons oordeel, hoe pernicieus het is in onbe voegde handen een wapen te stellen, dat zooveel onrecht zij het dan ook eene (grove) dwaling ter goeder trouw vermag te plegen. Or done!een officier werd eenigen tijd geleden disci plinair gestraft; daarover zich bezwaard gevoelende, verzocht hij dat de zaak door een Krijgsraad zou worden onderzocht en leverde een bezwaarschrift in dat hij in handen stelde van den Militairen Commandantdoor wiens tusschenkomst de klacht aan den Krijgsraad moest worden ingediend. Wat gebeurde? De Militaire Commandant nam kennis van die reclame en strafte reclamant met veertien dagen streng arrestmet omschrijvende reden, luidende aldus: „oneerbiedigheid tegenover zijne superieuren door in eene klacht tegen eene hem op gelegde straf, welke hij aan het oordeel van den Krijgsraad wenscht te onderwerpen, een in zijn zaak gehouden onderzoek te qualifi- ceeren als tegen alle regelen der militaire hiërarchie strijdende en voor hem hoogst krenkend en vernederend." Over deze laatste straf werd door reclamant weder gereclameerd met het gevolg dat de Krijgsraad, bij dispositie dd door het Hof bij dispositie in alle opzichten bevestigd, reclamant ten volle gegrond heeft verklaard in zijne reclame, op de door ons (1) Mciti .Panari heeft ons opstel blijkbaar niet nauwkeurig* gelezen wanneer hij zegt dat wij de macht ora zaken naar den Krijgsraad over te wijzen in handen van den Auditeur Militair gesteld wenschen te zien. Wij schreven duidelijk «,en wenschten die bevoegdheid bij de wet bepaald en geregeld te zien."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 661