658
te hebben, waarmede men, zoolang er patronen in de tasch zijn, en
zoolang de physieke krachten dit toelaten, desvereischt voortdurend
ongeveer dezelfde vuursnelheid kan behoudendus een geweer met
een zelfwerkend los magazijn, opgevoerd tot de grootst mogelijke
volmaking, zoodat men zelfs het magazijnsvuur in den aanslag kan
doen plaats hebben.
De afstand, waarop men het vuur openen moet, hangt weder af
van verschillende omstandigheden. Heeft men bijv. eene flinke hoe
veelheid munitie, en biedt de vijand op groote afstanden een goed
doel aan, dan zou het wel dwaas zijn als men hem niet ging beschieten.
Dit geldt echter meer voor den verdediger dan voor den aanvaller,
omdat de opmarsch bij den aanval zeer vertraagd wordt door een te
vroeg begonnen vuur. De aanvaller behoort zijn marsch niet te staken
om te schieten, dan wanneer hij daartoe bepaald gedwongen wordt
door het hevige vuur van den verdediger; en deze staking moet
eerstgenoemde gebruiken om dit verdedigend vuur tot zwijgen te
brengen, of zeer te verzwakken.
Verder zal het geweervuur alleen veel uitwerking hebben, wanneer
het geconcentreerd wordt op bepaalde punten.
Er is een groot bezwaar verbonden aan het vuren op afstanden
verder dan die, waarop het schot geheel bestrijkend is, ten minste
als men de vizierklep stelt overeenkomstig deze afstanden; in de
hitte van den strijd wordt namelijk dikwijls vergeten de klep lager
te stellen naarmate het doel dichter bijkomt.
In den veldtocht van het jaar 1866, na het gevecht bij Hühner-
wasser, heeft men de geweren verzameld die aan een Oostenrijksch
jager-bataljon behoord hadden. Ofschoon de Pruisen tot op 100
pas afstand van hunne vijanden opgerukt waren, vond men de Oosten-
rij ksche vizieren gesteld op 500 a 700 pas. Na den Fransch-
Duitschen en Russisch-Turkschen oorlog heeft men dergelijke op
merkingen gemaakt. (1)
Zooals wij reeds gezegd hebben kan er alleen sprake van zijn, dat
er behoorlijk gericht wordt in den strijd, wanneer een troep begiut
te vuren, zonder pas te voren hevige indrukken ontvangen te hebben.
Bij het niet gericht vuren plaatsen de manschappen het geweer
(1) Wolozkoi. Gewehr-Feuer im Gefeelit. Darmstadt. 1883,