55
Hij, die denkt, dat Inlandsche kinderen, in geval van vijandschap
met andere korpsen, tengevolge van hoogloopendc twisten, die zoo
menigmaal, vooral bij vrouwenpercaras, in garnizoen ontstaan, evenals
bij opstootjes van Amboineezen, Boegineezen of Zwitsers, door een tot
vuren vaardig carré, aannemende dat zij tot het formeeren daarvan
den tijd laten, te intimideeren zijn, kent onze Sinjos niet. Hoe goed
hartig, geduldig, onderworpen en leidzaam zij ook zijn, in zulke ge
vallen worden zij door een zoodanig matta c/lap aangegrepen, dat zij
niet alleen het doodsgevaar verachten, maar het zelfs zoeken.
En wat kan zulks nu anders dan onheilen beloven, voor 't geval
zij geheel afzonderlijke korpsen vormen, die bij ondervinding weten,
hoe zij de Europeesche korpsen de loef afsteken? Al kwam dan
majoor Timmermans, vergezeld van den bereids door hem aan
gewezen majoor, onder wiens bevelen een van die korpsen zoude moeten
worden gesteld, in eigen persoon, en al hield ZEd. alsdan de gemoede-
lijkste toespraak, het kwade zou er niet door goed te maken zijn.
Waarom dus weer die onnoodige kunsten, waarvan, het verschil
in opinie bewijst zulks, toch minstens niet met zekerheid kan worden
gezegd of zij ons niet eenmaal berouwen zullen
Waarom den Indo-Europeaan voortaan in afzonderlijke korpsen
vereenigd
Wijl zij anders geen soldaat willen worden
Als dat waar is en er tegenwoordig, nu het Europeesch onderwijs zoo
algemeen op Java is doorgedrongen, nog worden aangetroffen, die niet in
de gelederen komen, wijl zij te zeer tegen den omgang met Europeanen
zijn ingenomen en te schuw van hen zijn (wonderlijke handhavers van
ons gezagalsdan is het oneindig beter, door een flinke, doch nuttige
geldelijke opoffering, de werving in de Molukhen uit te breiden en
het Leger ten spoedigste met de als Neerlandslievende, goede veld-
soldaten bekende Amboineezen en Menadoneezen aan te vullen.
Waarom hebben onze vaderen, onze vroegere Legerbevelhebbers,
generaals en officieren (en daaronder waren er toch ook wel, die
iets van legerorganisatie wisten en met de Indo-Europeanen bekend
waren) dat denkbeeld van afzonderlijke korpsen nooit willen aanhangen
Heeft Schr. zich wel eens die vraag gesteld?
(Het slot in cle volgende Aflevering).