BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. 680 Hierbij is voorondersteld dat de batterij het doel ziet en in goeden toestand is. De schrijver voegt er bij dat elk officier zich op een artillerie-schiet- terrein van de meerdere of mindere juistheid van deze opgaven kan overtuigen en vestigt daardoor tevens de aandacht op een factor die niet in rekening schijnt te zijn gebracht, den invloed namelijk van het zelf bescho ten worden, die deze uitkomsten waarschijnlijk wel eenigszins zal ver minderen. Yooral wanneer wij later lezen dat bij het inschieten voor het granaat kartetsvuur dat meer en meer als het werkzaamste vuur te velde wordt beschouwd één enkel slecht gericht of slecht waargenomen schot aan leiding kan geven dat de uitwerking van het geheele vuur gelijk nul wordt, zal men verstandig doen de bovenstaande opgave te beschouwen als een maximum van hetgeen onder gunstige omstandigheden kan ver kregen worden. Verliezen te Atjeh gedurende 1883. Blijkens de nominatieve opgave, voorkomende in de dagorder No. 7 van 1884, zijn van 1 Januari tot 31 December 1883 van de troepen macht te Atjeh: Gesneuveld: 2 officieren, 37 onderofficieren en manschappen. Gewond: 10 248 Van de gewonden zijn 17 onderofficieren en manschappen aan hunne wonden overleden. Het worpvuur uit het nieuwe Indische achterlaad-veldgeschut. Bij de proeven, door de commissie van proefneming te Batoe-Djadjar onlangs genomen, is gebleken dat bij het werpen uit het veldkanon van 7cm A. bij een groot °/0 der projectielen de koperen band bij den bodem, en bij één projectiel de bodem zelf werd afgescheurd, waardoor de vuur mond werd beschadigdhet projectiel (eene gevulde springgranaat) is echter niet gesprongen. De oorzaak van dit verschijnsel is nog niet met zekerheid kunnen wor den nagespeurd. (1) Al mocht het echter niet aanstonds gelukken die oorzaak weg te nemen, dan zal de invoering van het nieuwe veldgeschut (1) Eene waarschijnlijke gissing omtrent die oorzaak komt voor in het Indisch Beknopt Overzicht over 1879/81 bladz. 105.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 691