INHOUD. -=«3£5Zfc2=«- Het voorloopig voorschrift op den velddienst voor het Neder- landsch Indische Legerbladz. 1. Nadere beschouwingen betreffende repeteergeweren38. Vrijwillige Sinjokorpsen50, 203. De vuren van de Infanterie (Vervolg. Zie Afl. N°. 10 van 1883). 56. Breda en Indië74. De expeditie naar Samalangan in 1877 (Met eene kaart). 125. De Samalangan-Schilderij te Amsterdambeschouwd in hare wordingsgeschiedenis, hare waarde en beteekenis, vooral voor het Nederlandsch-Indische Leger- 177. De Atjeh-quaestie in het Indisch Genootschap219. Da capo. Nog eens: Welke waarde heeft het voorloopig of korps-onderzoek (art. 8 R. L.) in den verderen loop dei- procedure, bij de militaire rechtspleging omschreven?. - 249. Rechtspraak in militaire zaken266. Voeding en voedsel269. Een en ander over de betrekking van Onderluitenant bij het wapen der Infanterie- 291. Repeteergeweren312. Het Voorschrift betreffende de wapenen en de schietoefeningen bij de Infanterie316. Dienstplicht in Nederlandsch-Indië327. De Inlandsche militairen en het Koninklijk besluit van 13 October 1882, N°. 26 jlndisch Staatsblad 1883, N°. 54] 342. Eene rectificatie370. De militaire pensioenen in Indië en in Nederland397. Constantino126, 517 Een oordeel over onze mobiele artillerie134. Naar aanleiding van Metis': „Da capo"+38. Eenige bijzonderheden omtrent den toestand van het Engelsche leger gedurende de Egyptische expeditie in 1882442. Een Indische transportkar. (Met. eene plaat)448. Nogmaals het Voorloopig Voorschrift op den velddienst. (Met eene plaat)n 451. De kogel André. (Met eene plaat)n 474, Het „Algemeen Voorschrift nopens het verlaten van den dienst van militairen beneden den rang van officier," (Bijblad op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 8