81
Vergelijkt men deze cijfers met die van het dienstjaar
1881, dan hebben gedurende 1882 eene vermeerdering
ot vermindering ondergaan de
Onderofficieren en manschappen.
Normale formatie.
Tegenwoordige
formatie
Sterkte
Officieren.
Euro
peanen.
Afri
kanen.
Amboi
neezen.
Overige
In
landers.
Totaal.
Paarden.
110
5
20
1094
338
946
246
246
8
436
47
945
145
996
533
53
1903
118
152
68
Aan de Indische Regeering werd opgemerkt, dat tijdelijke uitbreidin
gen van de formatie geenerlei nut kunnen hebben, wanneer de mogelijk
heid ontbreekt, om tevens ook de feitelijke sterkte van het Leger met de
gewijzigde formatie in overeenstemming te brengen. Bestond die moge
lijkheid niet, dan leidden, naar de meening van het Opperbestuur, for
matieuitbreidingen uit den aard der zaak tot niets anders dan tot het
ontstaan van een grooter incompleet in de sterktestaten. Als een voor
beeld kon op het volgende worden gewezen. Toen in 1877 de depotba
taljons werden opgericht, is tegelijkertijd bepaald geworden, dat daarbij tijde
lijk 2 kapiteins, 6 tweede Luitenants en 840 Europeesche fuseliers boven
de formatie konden worden gevoerd (Indisch Staatsblad 1876, No. 231),
waardoor het destijds bij het leger bestaande overcompleet regelmatig zou
worden ingedeeld. Toen nu de nieuwe legerformatie in 1882 tot stand,
kwam, op een oogenblik. dat het genoemde overcompleet grootendeels
was ingesmolten, meende het Opperbestuur, dat op het tijdelijk overcom
pleet bij de depotbataljons niet meer behoefde te worden gerekend, en
diensvolgens werd, na overleg met de Indische Regeering, de normale
formatie der depotbataljons ook opnieuw vastgesteld overeenkomstig
hunne oorspronkelijke samenstelling. Bij de invoering van de nieuwe
formatie betoogde evenwel het Legerbestuur, dat het hierbedoelde perso
neel boven de formatie der bataljons niet gemist kon worden, en naar
kaan en 53 Amboineezen en andere Inlanders), 65 Europeesche en 8 Inlandsche
onderofficieren en manschappen, die „voor memorie" gevoerd werden en 326 burger-
lijke schrijvers.
De militairen, die op scheepsgelegenheid naar Nederland wachtten, de gestraften
en de gedetineerden worden krachtens artikel 2 van 's Konings besluit dd. 28 Januari
1882, No. 13, boven de formatie van het leger gevoerd,
m) Hieronder 68 muildiereu.
6