87
van de hand gaat. Voornamelijk levert de 2e Militaire Afdeeling op Java
veel Javaansche soldaten. In verband met de zooveel gunstiger werving
van Amboincezen en andere Inlanders dan die van Europeanen, zegt het
Koloniaal Verslagdat daarom aan de Indische Regeering de vraag in
overweging is gegeven, in hoeverre de sterkteverhouding tusschen Eu
ropeanen en Inlanders zoude gewijzigd kunnen worden.
De tijd zal loeren, in welken zin de Indische Regeering op die vraag
zal hebben geantwoord. Wij vertrouwen intusschen, dat het Europeesch
element niet anders dan door het Amboineescli element zal worden ver
vangen, voor zoover het incompleet aan Europeanen zoodanige vervan
ging zal noodzakelijk maken. Het Javaansch element is reeds sterk ge
noeg in het Leger vertegenwoordigd dan dat het alsnog zoude worden
uitgebreid, een maatregel, die oin politieke redenen behoort te worden
nagelaten.
Van het gezamenlijk aantal vreemdelingen wordt gezegd, dat het den
1™ Januari 1883 nog 44 pet. van het aantal Europeanen bedroeg.
Te dezen aanzien heeft men dus ongeveer 6 pet. in de twee, drie laatste
jaren gewonnen.
De werving van soldaten-sc/ïryVers gaat uitmuntend, dewijl van 1 Juli
1882 tot 1 Juli 1883 er zich niet minder dan 55 engageerden. Het
ware te wenschen, dat zich naar verhouding evenveel soldaten-Ariërs
aanmeldden; het rustige bureaubaantje schijnt dus meer aanlokkelijks
te hebben dan de betrekking van „krijger".
Een maatregel, waarvan de Minister van Koloniën zich goede resultaten
voorstelt in zake de werving van Europeanen, kwam bij 's Konings
besluit van 5 Januari 1883, Ho. 13, tot stand. Bij dat besluit, afge
kondigd in het Indisch staatsblad No. 98, is de betaling van scheepssoldij
aan repatrieerende militairen in dier voege nader geregeld, dat de soldaten,
die te Harderwijk den dienst verlaten, zonder eenige korting minstens
20. uitbetaald krijgen, de korporaals minstens f 25. en de onder
officieren minstens f 30. De naar hun haardsteden terugkeerende
militairen zullen dus beter, dan vroeger het geval was, in staat zijn, om
de kosten hunner reis te dekken.
Ook de toestand van het kader onderofficieren en korporaals ging in
1882 achteruit.
Terwijl werden afgevoerd van de Infanterie
465 onderofficieren en
453 korporaals,