DE FRANSCHE EXPEDITIE NAAR TONG KING. (1)
(Met schetsen.)
Het is zeker niet al te gewaagd de onderstelling te uiten, dat voor
de meesten onzer, die van de geographie geene speciale studie maken,
de naam „Tong King" tot voor korten tijd een vreemden klank had.
En toch, waren wij beter met de geschiedenis van ons verleden be
kend, dan zou diezelfde naam herinneringen opwekken van Oud-Hol-
landschen roem en ondernemingsgeest. Achter-Indië was immers in
de 17de eeuw voor de Hollanders geen onbekende streek zij wedijver
den hier met hunne voorgangers, de Portugeezen, in het verkrijgen
van handelsvoordeelen, stichtten factorijen, doch lieten het terrein aan
mededingers over, toen zij door het bezit van Makasser den handel
op Achter-Indië en China meenden te kunnen beheersclien.
Een helder licht in de duistere geschiedenis der volken die Achter-
Indië bewonen, werd voor ons ontstoken door den controleur Wiselius
in zijn werk: „De Franschen in Indo-C hina; geogra-
phisch, administratief en economisch overzicht van
Fransch Cochin-China, Annam en Cambodja," in 1878
uitgegeven.
Het schijnt ontwijfelbaar vast te staan, dat reeds een paar eeuwen
vóór het begin onzer jaartelling de Chineezen Annam overheerscht
hebben, de Annamieten nu eens meer, dan weder minder, den druk
hunner overheersching doende gevoelen. De cijnsbaarheid van de
omliggende staten stelde China in staat, zijne staatkunde van isole
ment te handhaven en vrijwaarde het tevens voor directe aanvallen.
1884, DL II. 8
(1) Wij volgen in dit opstel de Fransche officieële schrijfwijze der plaatsbena-
mingen. Tong King beteekent in liet Chineesch: hoofdstad van het Oosten, zooals
Pd King: hoofdstad van het Noorden en Nam King: hoofdstad van het zuiden.