weder verlieten, schreven de Annamieten zulks aan machteloosheid toe en Tu Due nam wraak door het doen vermoorden van enkele Christenen, waaronder ook twee Spaansche geestelijken. Tot straf bombardeerde eene flottille Fransche en Spaansche schepen in 1859 voor de tweede maal Touran, en maakte zich van die plaats meester. Daar de landingstroepen echter te zwak waren voor een tocht naar Hué, wendde de vloot den steven zuidwaarts en vermeesterde den 17den Februari 1859 Saigon. Eerst in 1862 deed Tu Due, niet dan noode, afstand van de drie zuidelijke provinciën van zijn rijk. Al spoedig echter werd de jonge Pransche kolonie aangevallen door rooverbenden, die op Annamietisch gebied eene veilige schuilplaats vonden, waardoor een meer actief optreden tegen Annam nood zakelijk werd. In 1867 annexeerde de admiraal de la Grandière nog drie provinciën, welke bij tracfaat van 1874 door Annam werden afgestaan en met de eersten de Fransche kolonie Cochin-China aan de Mé Kong vormen. Terwijl Frankrijk zich aldus verrijkte ten koste van Annam in het zuiden van dit rijk, had Tu Due ook een wakend oog te houden op Tong King dat zich steeds aan de Annamietische heerschappij trachtte te onttrekken. De burgeroorlog welke in Yu Ham, de zui delijkste provincie van China, tusschen de Mohammedaansche en Boeddhistische Chineezen in 1848 uitbrak, was indirect de oorzaak, dat de Franschen zich weder in Tong King vestigden, door hen in 1859 geheel verlaten. De rechtstreeksche aanleiding gaf een zeker handelaar, Dupuis, die tijdens het dempen van dien burgeroorlog door- de Chineesche troepen, deze van wapenen voorzag en op zijne han delsreizen tot de ontdekking kwam dat de Song Koi of Roode rivier tot diep in Yu Nam met schuiten bevaarbaar was. Zijne belangen braehren mede dat hij zich, nadat de burgeroorlog in 1873 gedempt was, te Ha Noi vestigde, hetgeen protest uitlokte van het Annamietische hof, waaraan Dupuis zich echter in het geheel niet stoorde. Om deze zaak te onderzoeken, maar met de nevengedachte Franschen Yan 1636-1700 heeft de O. I. Compagnie eene factorij gehad te Ha Noi; onze voorvaderen waren dus waarschijnlijk met dien waterweg ook bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 126