116
invloed in Tong King te vestigen en Tu Due schrik aan te jagen,
die in 1871 zich op nieuw tot vasal van China verklaard had om
steun te hebben tegen de Franschen, zond de Gouverneur van
Cochin-China een Fransch zee-officier, Garnier, die zich door zijne
reizen in China en Ach ter-In dië reeds naam gemaakt had, naar
Tong King, zonder hem van bepaalde instructiën te voorzien. Dat
de bedoelingen van den Gouverneur niet vredelievend waren, bleek
duidelijk uit de keuze van Garnier tot bevelhebber van eene flottille
oemand met 150 man. Den 5den November 1873 kwam Garnier
te Ha Noi aan, koos de zijde van Dupuis in diens twisten met de
Annamietische mandarijnen en maakte aan alle kuiperijen een einde,
door de citadel van Ha Noi, welke eene bezetting van 6000 man
onder een Chineesch aanvoerder telde, met geweld te nemen, waar
op de geheele stad zich onderwierp. Met zijn handvol manschap
pen bracht hij in vier maanden tijds geheel Noord Tong King tot
onderwerping. Hierbij diende hem de haat der Tongkineezen tegen
Annamhij beloofde de bevolking bescherming tegen de Annamieten,
maar overschreed daardoor zijne volmacht.
De geheele onderneming stond echter op te losse schroeven dan
dat zij een betereu naam dan „avontuurlijke tocht" verdient en met
den dood van Garnier, die in Dec. 1873 bij een uitval tegen de Zwart
vlaggen sneuvelde, stortte het gebouw zijner veroveringen als een
kaartenhuis ineen. Met moeite konden de Franschen, ook nadat
zij luttele versterking uit Saigon ontvangen hadden, zich in de delta
De groote opstand der Tai Ping begon in 1848, in de provincie Quang Si aan de
rivier van Canton. Oorspronkelijk een strijd tusschen godsdienstsecten, scheidde de
zegevierende partij zich van China af en stichtte in 1851 het koninkrijk Tai Ping met
Nam King tot hoofdstad. De opstand werd echter in 1867 onderdrukt, daar Engelsche
en Fransche troepen, in het belang van den handel, de Chineezen ondersteunden,
bij welke gelegenheid de Engelsche kolonel Gordon in Chineeschen dienst trad.
De opstandelingen uit Yu Nam verdreven, weken uit op Tongkingsch gebied en be
dreigden in 1867 zelfs Ha Noi. Yan hier met behulp der Franschen verjaagd, ves-
itgden zij zich aan de Roode rivier en hieven schatting van de handelaren op China.
Zij stonden als Zwart- en Geelvlaggen vijandig tegenover elkander; de Geelvlaggen,
gewezen Chineesche soldaten, delfden het onderspit en losten zich op in de Zwart
vlaggen, voor het grootste gedeelte uitgeweken misdadigers, waarbij zich het schuim
van alle natiën, ook Europeanen, aansloot. De Zwartvlaggen waren dus vrijbuiters
die hunne diensten aan den meestbiedende verkochten.