118
liet de kolonie in Achter-Indië voorloopig aan haar lot over. De
driestheid der vrijbuiters nam gaandeweg toe en in het begin van
1882 bezetten de Zwartvlaggen, naar men zegt aangevoerd door
Annamietische mandarijnen, de citadel van Ha Noi waar een Frausch
consul gevestigd was.
Dit was het sein voor een krachtiger optreden van Frankrijk in
Tong King en de aanleiding tot de Tong King expeditie, welke eene
grootere uitbreiding gekregen heeft dan aanvankelijk in de bedoeling
der Fransche Regeering lag.
In het voorgaande hebben wij in vluchtige trekken de geschiedenis
der rijken Annam en Tong King geschetst, welke ineen geweven
is en waardoor een roode draad loopt van revoluties, burgeroorlogen
enz. zooals in de geschiedenis van de meeste Aziatische volken wel
ke despotisch geregeerd worden. Wij hebben daarin met een enkel
woord aangegeven welke rechten China op Tong King heeft, rechten,
welke door Frankrijk geheel genegeerd zijn wij zagen hoe
Fransche zendelingen eene politieke rol speelden en eindelijk zelfs de
particuliere belangen van een enkele, aanleiding gaven tot het op
treden van Fransche troepen in Tong King; hoe weifelend de Fran
sche staatslieden waren ten opzichte van de uitbreiding van Frankrijk's
invloed in Achter-Indië, ten eenenmale vergetende dat de Aziaten
slechts overtuigd kunnen worden door geweld en slechts eerbied
hebben voor krachtige daden; hoe de Regeering, als het ware, den
Gouverneurs van Cochin-China carte blanche gaf en deze weder
hunne onbeperkte volmacht overdroegen aan personen als een Garnier,
die, tuk op avonturen, meende een koninkrijk gewonnen te hebben
toen het slechts een luchtkasteel bleek te zijn.
Hooren wij het oordeel van een Fransch schrijver hierover
Dans notre Orient, la suzeraineté qui siège a Constantinople n'embarasse pas
1'Angleterre en Egypteelle ne nous gêne point a Tunis.
Dans Fextrême Orient la suzeraineté qui siège a Peking ne nous a point arrêtés lors
de la prise de possession de la Cochin-Chine. Devant ces suzerainetés, on salue,
si l'on veut, mais l'on passe.
C. Lavollée. Le commerce de l'extrême Orient et la question du Tonkin R. d. D.
M. Sept. 1883.