3 te Mandoeroeian op te treden. Nog denzelfden avond werden daartoe de voorbereidende maatregelen getroffen. Aangezien sedert drie dagen alle communicatie met de bovenstrooms gelegen kampongs verbroken was en dus geene berichten werden ontvangen van de positie en voornemens van den vijand, besloot de luitenant-kolonel Ockerse met eene voldoende macht eene verkenning op groote schaal uit te voeren en, voor het geval de omstandigheden gunstig waren, de positie te vermeesteren. Hij bepaalde daartoe het volgende Aan boord van het stoomschip Boni zouden embarkeeren: de le luitenant-adjudant W. G. A. C. Christan, de le luitenant J. Luijt en de 2e luitenant J. W. Weijenbergh met 99 minderenaan boord van Z. M. 's stoomschip Onrust de le luitenants H. L. W. Tellings en E. C. van Swieten met 52 minderen, benevens de officier van gezondheid der 2e klasse A. J. Roux met de ambulance aan boord van het stoomschip Djambi de 2e luitenant J. M. Yan den Ende met 25 minderen. De resident en de gewestelijke militaire commandant zouden zich op de Onrust begeven. Het vertrek der flottille werd vastgesteld op den volgenden morgen ten 5J uur. Aangezien volgens vroeger ingekomen berichten bekend was, dat de vijandelijke versterking bezuiden de Lahei was gelegen en dus de terugtochtsweg van den vijand vermoedelijk op die rivier uitkwam, kreeg de Boni, die de voorhoede zoude uitmaken, de opdracht om, bij de versterking gekomen, met volle kracht onder het afgeven van eenig vuur door te stoomen en aan de monding van de Lahei post te vatten ten einde den eventueel vluchtenden vijand zooveel mogelijk afbreuk te doen. De Onrust zoude met de op het voorschip aan wezige stukken van 5cm. de versterking van de zuidzijde beschieten de Djambi, die een kanon van 7om. op het voorschip had, zoude aan die beschieting deelnemen. Yerliet de vijand tengevolge van het geschutvuur de versterking dan zouden de troepen, op een signaal van de Onrust te geven, de- barkeeren. Elk geweerdragende werd van vijftig scherpe patronen voorzien. Het embarkement begon des morgens ten 4 ure. Alles was tijdig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 14