146
Het vuren onder het marcheeren, zoowel op één gelid als op twee
gelederen, geschiedt op hetC°.Om te vurenversnelde pas
Marsch, waarop de manschappen met vlak gebrachte geweien aan-
marcheeren en het geweer onder het loopen laden of herladen. (1)
Op de Cos.Divisie Peloton enz.) Halt, wordt halt gehouden
en aangesloten.
Op de Cos.Jan, vuur, versnelde pas Marsch, wordt ver
volgens aangelegd, gevuurd en weder doorgemarcheerd, waarbij de
geweren herladen worden. Moet de knielende, zittende of liggende
houding worden aangenomen, dan geschiedt dit door de geheele
compagnie.
Het liggende vuren, dat zoowel door de geheele compagnie (zie
het formeeren op één gelid), als met het voorste gelid alléén, kan
beoefend worden, geschiedt, zoo mogelijk, opgelegd.
In vele gevallen is het noodig, dat de C.-Ch zich bij het vuren
boven den wind plaatst om de uitwerking der schoten na te kunnen gaan.
Op afstanden, waar de baan niet meer geheel bestrijkend is, dus
boven standvizierschotsafstand mag in den regel niet gevuurd worden,
alvorens de rook is opgetrokken en de manschappen nauwkeurig
gericht hebben.
De C.-Oh kan telkens, wanneer hij daartoe geschikte doelen
bemerkt, het vuur doen openen door de scherpschutters der compagnie
hij commandeert daartoe als de compagnie stilstaat:
Scherpschutters vuren oppassenhet is hierbij niet altijd
bepaald noodig, dat hij de scherpschutters vóór laat komen.
Moet onmiddelijk na de uitvoering eener beweging worden gevuurd,
dan wordt zulks door het C0.: Om te vurenaangeduid; de man
schappen maken alsdan vaardig, zoodra zij op de frontlijn zijn gekomen.
Hierop kan dan dadelijk knielenzitten of liggen volgen (zie
noot vorige blz.)
Bij het vuren moet het voortrekken ten strengste worden tegengegaan.
De grootste bedaardheid moet bij het vuren in acht genomen
(1) Het overnemen van het geweer uit de positie van vaardig, het marcheeren
met het geweer schuins voor het midden van het lichaam in de positie en het knielen
daarin, hadden reeds sedert lang in de Recr.-School moeten voorkomen, daar dit be
wegingen zijn, die in de practijk zich telkens voordoen.