164 in oorlogstijd is opgelegd. In de beide eerstgenoemde rijken geschiedt de aanvulling uit fabrieken onder militair béheer, in de andere rijken, door tusschenkomst van de particuliere industrie. Zijn mijne inlichtingen juist, dan bepaalt men zich bij het Neder- landsch-Indisch leger alleen tot het opleggen van een voorraad ver duurzaamd Australisch vleesch, welke echter niet uitsluitend voor de verpleging van het leger te velde bestemd zou zijn, doch ook ter voorziening van de bezettingen van die garnizoenen, alwaar niet altijd versch vleesch te verkrijgen is. Volgens de zienswijze van J. en ik wensch hier al dadelijk bij te voegen, dat, naar het mij voorkomt, die zienswijze op goede gronden berust zoude evenwel de verstrekking van andere conserven voor de uitrukkende colonnes te Atjeh ten zeerste gewenscht zijn en zoude de soldaat op verschillende tochten, gedurende welke de troepen slechts eenige dagen van Kota-Eaclja afwezig bleven, zeer wel met verduurzaamde levensmiddelen alleen gevoed hebben kunnen worden. Zooals wij reeds zagen, kunnen echter de door J. voorgestelde conserven, om verschillende redenen, niet voor het hem aangegeven doel dienen. Hieruit volgt dus van zelve de vraag, welke conserven dan wel daarvoor in aanmerking kunnen of moeten komen. Alvorens deze vraag te beantwoorden, eene enkele opmerking. Zooals bekend is, heeft de erwtenworst, in den oorlog van 1870 voor de verpleging van het Duitsche leger eene groote rol gespeeld. In de militaire fabriek te Berlijn werden dagelijks 75000 rations gereed gemaakt en naar het leger verzonden, terwijl bovendien nog twee particuliere fabrieken, waarvan de eene te Frankfortde andere te Hamburg, voor het leger in werking waren. In het geheel werden ongeveer 40 millioen rations verbruikt. De uitstekende uitkomsten, welke met dit verplegingsmiddel ver kregen werden, waren natuurlijk oorzaak, dat men daarmede na den Fransch-Duitschen oorlog in onderscheidene legers proeven nam, die meer of minder goed voldeden. In het Nederlandsche leger werden deze proeven eerst in het klein, daarna op meer uitgebreide schaal bij de manoeuvres genomen; aanvankelijk voldeed de worst minder, omdat zij al zeer spoedig een onaangenamen ranzigen smaak verkreeg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 175