6
Weijenbergh kreeg last met twee sloepen het eerst te landen en zijne
manschappen en tirailleur op te stellen om zoodoende de overigen
te beveiligen. Ten lli uur stond alles aan wal. Luitenant Christan,
die van boord gezien had dat de versterking uit zware palissaden
bestond, had de voorzorg genomen eenige bijlen, breekijzers en
ijzerhouten handspaken van de Boni mede te doen nemen om, zoo
de benteng van boven gesloten was zooals door de spionnen werd
beweerd, niet geheel zonder hulpmiddelen te zijn.
Hij deelde de colonne als volgt in
Yoorhoede
Commandant le luit. Tellings.
2° luit. Weijenbergh met 60 minderen, [Europeanen en Amboineezen].
Aan de voorhoede was een gids toegevoegd. Ook het van de
Boni medegenomen pionniergereedschap was aan de voorhoede mede
gegeven.
Hoofdmacht
Commandant le luit. Luyt.
2e luit. Yan den Ende met 79 bajonetten, [Europeanen en Inlanders.]
Achterhoede:
lc luit. Yan Swieten met 30 bajonetten, [Amboineezen en Inlanders].
De tandoes, acht in getal, bevonden zich tusschen den hoofdtroep en
de achterhoede.
De voorhoede kreeg in last om, voorafgegaan door eenige tirail
leurs, te trachten zoodanig te naderen dat zij hooger of ten minste even
hoog als de plaats der versterking uitkwam. Bij het zien der ver
sterking moest zij een salvo geven om het geschutvuur van de Onrust
te doen zwijgen, zich daarna bijaldien er op het plateau buiten de
benteng nog ruimte overbleef en geene chicanes de nadering beletten,
van de noodige schietgaten meester maken, daar doorheen vuur in
de benteDg geven, en inmiddels met de medegenomen gereedschappen
de palissaden los werken om zoodoende den bovenbouw te doen
instorten.
De hoofdmacht moest de voorhoede onmiddelijk volgen om, bij een
aanval, de reserve uit te maken; de achterhoede zich zoodanig op
stellen dat van de rugzijde niets kon naderen.
Aldus tot den afmarsch ten pmstreeks lij uur opgesteld, maakte