169
in Inclië tot dusverre al zeer tevreden was, wanneer het blik der
bussen voldoende stevig was en deze op het oog met de noodige
zorg waren dichtgesoldeerd, acht ik het niet overbodig op het groote
belang daarvan met een enkel woord de aandacht te vestigen.
De toenemende concurrentie op industrieel gebied, dwingt de fabri
kanten tot het zoeken naar middelen, waardoor hun fabrikaat tot
zoo laag mogelijke prijzen kau worden afgeleverd. Het is duidelijk,
dat de conservenfabrikanten er dus voortdurend naar streven, om
o. a. ook de kosten voor den aanmaak der bussen tot een minimum
terug te brengen. Hiet allen zijn evenwel even nauwgezet in de
keuze van de daartoe aan te wenden middelen. Van daar, dat vooral
in de laatste jaren meer en meer van loodhoudend blik wordt gebruik
gemaakt en in het bijzonder, de voor het soldeeren gebezigde alliage
een hooger loodgehalte bevat, dan uit een hygiënisch oogpunt wensche-
lijk moet worden geacht.
Schijnbaar wordt de hoedanigheid eener in eene loodhoudende bus
geconserveerde spijs niet benadeeld. Indien men namelijk de bus
korten tijd na de conservatie opent, dan zal men in den regel ontwaren,
dat de spijs, noch in smaak, noch in uiterlijk aanzien, de kenmerken
draagt, van metaal te hebben opgenomen. Een geheel audere uitkomst
verkrijgt men echter, wanneer de bus eerst eenige uren in kokend
water gewarmd en daarna geopend wordt; de aanwezigheid van
het lood in de spijs verraadt zich dan onmiddelijk door den, somtijds
vrij sterken, onaangeuamen metaalsmaak. Hetzelfde resultaat verkrijgt
men eveneens, zonder voorafgaande verwarming in kokend water,
wanneer de bus eenige jaren na de conservatie geopend wordt.
Hieruit laat zich dan ook de mogelijkheid verklaren, dat ten behoeve
van het leger aangeschafte conserven, welke bij de keuring goed
bevonden werden, later Voor het gebruik ongeschikt bleken te zijn,
alhoewel daaraan geen spoor van bederf kon worden waargenomen.
Volgens door Gautier (1) genomen proeven, zouden in blik verduur
zaamde groenten, waarvan het loodgehalte na één jaar conservatie
gemiddeld 1,2 m. G. per kilogram bedroeg, na het tweede jaar eene
(1) Le cuivre et le plomb dans l'alimentation et l'industrie au point de Yue de
l'hygiène par E. I. Arraand Gautier. Paris 1883.