171
Bovendien moet niet vergeten worden, dat in vele gevallen van
voorkomende ongesteldheden verzuimd wordt of de gelegenheid ont
breekt, om de oorzaken daarvan met de vereischte zorg op te sporen.
In ieder geval is omzichtigheid in het gebruik van conserven dus
ten zeerste aan te raden, en verdient het aanbeveling, zich alleen te
voorzien van producten,, welke door solide fabrikanten in den handel
worden gebracht, ook al zijn deze eenigszins hooger in prijs, dan
bij anderen het geval is.
Na het vorenstaande zal de noodzakelijkheid wel geen nader be
toog behoeven, om vooral bij leveringen van verduurzaamde levens
middelen ten behoeve van het leger, aan de hoedanigheid van de
grondstoffen voor de bussen de strengste eischen te stellen. (1) In
de voorwaarden van levering voor het leger hier te lande, is dan ook
de bepaling opgenomen, dat het blik zoogenaamd houtskool blik van
de Dtc qualiteit moet zijn en dat het soldeer voor hoogstens één
derde uit lood en minstens twee derde uit zuiver tin moet bestaan,
liet zou zeker zeer gewenscht zijn, uitsluitend met tin te doen sol-
deeren, doch hiertegen bestaan overwegende technische bezwaren,
zoodat dan ook de verhouding van 2 doelen tin en één deel lood o.
a. door Gautier als de meest gewenschte wordt opgegeven. Het is
wellicht niet ondienstig hier ter plaatse in het kort na te gaan, welk
geldelijk voordeel, het gebruiken van soldeer van een gering tinge
halte voor den fabrikant oplevert. De verhouding van het tin tot
het lood in het soldeer van de in den handel voorkomende bussen,
verschilt gewoonlijk van 1:2 tot 2:1. Nu is, volgens door mij
genomen proeven, voor eene bus van 3 Liters gemiddeld eene hoe
veelheid van 0,1 kilogram soldeer benoodigd. Stelt men nu, dat de
prijs van het tin 1,20 en die van het lood 0,22 per kilogram
(1) In het jaar 1880 werd door liet Fraiische Departement van Marine aan de
H. H. Schutzenberger en Boutney liet onderzoek opgedragen naar de hoedanig
heid van de voor de Marine in de zeehavens opgelegde vleesehconserven. Bij
dit onderzoek, waarvan de uitkomsten in de Mei aflevering van den jaarg'ang 1881
van liei „Journal de pharmaeie et de chimie" zijn medegedeeld, bleek o. a. dat
het blik der bussen van 8 tot 38 °/0 lood bevatte en het vleesch van alle onderzochte
monsters, zestien in getal, eene betrekkelijk groote hoeveelheid van dit metaal had
opgenomen. Van een der onderzochte monsters bedroeg het loodgehalte van de
vleeschlaag, welke in aanraking was met het blik, zelfs 0,148 °/0,