- 8
zag, en de overtuiging had dat de vijand door ons vuur genoegzaam
was geschokt, gaf hij het sein tot de beklimming. Met bliksem
snelheid zaten de soldaten op de palissadeering en beschoten van daar
de nog standhoudenden en vluchtendeneen levendig hoerah deed
zich hooren, nog een kort gevecht in de versterking, een herhaald
hoerah, en de benteng was ons.
De sultans vlaggen, drie in getal werden nedergeworpen en de
driekleur geplant. Het was toen 12 uur 20 min.
Groot was het behaalde succes.
De vijand liet achttien dooden in onze handen binnen de versterking,
terwijl de vluchtelingen, die zich van eene hoogte van 20 voet
in de diepte wierpen, door ons vuur vervolgd, groote verliezen
leden en nog een tiental dooden buiten de versterking lieten liggen.
Yan vervolging anders dan door vuur kon wegens de steile hellingen
en de aangebrachte verhakkingen aan de zuid-, oost- en westzijde
geen sprake zijn. Yan de schepen uit zag men de vijanden, ten
getale van ongeveer 100, over de palissaden in de verhakkingen
springen en vluchten.
Onder de dooden waren vjjf hoofden, namelijk
Panglima Alie, ontvluchte Aijehsche dwangarbeider, ontwerper en
oprichter van de vijandelijke versterking en tevens hoofdaanvoerder;
Andin Loetoeng, een der twee invloediijkste hoofden van de
Soengei Lahei;
Pangeran Depati Kertas Malajang, alias Goean bin Markoesin, de
zoogepaamde Jman Mahdi, die den heiligen oorlog geproclameerd had
Pangeran Praboe Anoem, neef van den sultan Mohamad Seman
Panglima Naja, de aanvoerder van de bende die op 27 Februari
1883 de vivres-prauwen bij Goenoeng Perarawen attakeerde, en 7
der opvarenden doodde.
Buit werden gemaakt 4 stukken geschut, 25 geweren en eene
menigte lansen, klewangs en mandau's, benevens eenige munitie.
Ook werden eenige schrifturen gevonden, die aan het civiel bestuur
werden overgegeven.
Onze verliezen waren betrekkelijk gering, hetgeen zeker voor een
groot deel moet toegeschreven worden aan de bedaardheid waarmede