190 beschouwen, valt, wanneer zij op zich zelve niet afkeurenswaardig is, - en dit erkent de heer K. niette betreuren, „omdat de voor standers der agressieve politiek zich, al was het tegen de bedoeling „des generaals, op diens proclamatie konden beroepen." Met evenveel recht zou men kunnen zeggen: „de Christelijke leer is eene goede leer, „maar dat zij ingang gevonden heeft valt te betreuren, omdat zij is ^gebruikt als dekmantel voor het bedrijven van veel kwaad en veel gruwelen." Wat eens goed is, wordt niet minder goed omdat er tegen de bedoeling van den daarsteller misbruik van wordt gemaakt. Juister zou de heer K. zich daarom hebben uitgedrukt, wanneer bij had gezegd„In het licht der latere gebeurtenissen meen ik te moe- „ten betreuren, dat de voorstanders der agressieve politiek zich, tegen de bedoeling des generaals, op diens proclamatie beroepen, om te verdedigen wat zij doordreven en wat, van achteren geziennaar "mijne meening eene fout is geweest". Ware dat geschied, alle vergis singen omtrent zijne ware bedoeling waren onmogelijk geweest. Mijne aanhaling van eenige dagblad artikels en brochureswaar van de schrijvers zich niet op de proclamatie hebben beroepen is geen beivijs dat zij het, niet konden doen, zegt de S. Hij zoude daartegen kunnen aanhalenwat de generaal Meijerdie chef van den staf bij generaal Pel is geweestwat de belangstellende patriot, en wat iemand 'in het Vaderland van den 11d"" October 1883 enz. hebben geschreven. De heer K. kan gerust zijn. Ook zonder de besprokene procla matie zou, na het verlaten der politiek van afwachten, agressie zijn gevolgd. Dat heb ik trachten aan te toonen door te wijzen op eenige geschriften, „die tijdens en in de eerste jaren na de tweede expeditie tegen Atjeh[waarom zijn de gecursiveerde woorden verzwegen?] van de hand van heftige tegenstanders der politiek van den generaal Yan Swieten het licht hebben gezien, (1) en in geen van welke men de weeklacht vindt: „Gij hebt verklaard dat gij Atjeh onder Uw „bestuur naamt, en daarom zijn wij verplicht vooruit te gaan Thans zegt de Heer K.: daartegen zou ik kunnen aanhalen, de geschnf- 0) Geschriften die aandacht verdienen, 't zij om de namen der schrijvers, 't zij om 't geen de generaal Booms zich omtrent hen heeft laten ontvallen, 't zij om 't geen er mede i9 voorgevallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 201