197
gemaakt, dat do onderwerping van Groot Atjeh door geweld, met
betrekkelijk weinig moeite en opofferingen kon geschieden, en niet
tevens van alle kanten was gezegd en geschreven, dat het laten
aanrukken der zware cavalerie van St. George, geldverspilling en
vernederend was, en de HH. Van Lansberge en Van Goltstein daar
aan geen volkomen geloof hadden gehecht. (1)
Te Batavia vroeg men nu en dan, maar zonder succes, inlichtingen
en maakte aanmerkingen op PeVs stelsel, doch werd door dezen, zoo
als men het noemt, met een kluitje in het riet gestuurd. En wel verre
van omgepraat te wordenheeft hij in 1875 tijdenszijn verblijf op
Java, Legerbestuur en Regeering voor zijne verdere plannen weten te
■winnen, zoo leest men in het opstel van den heer K.
Dat de Indische Regeering, zooals zij was samengesteld tijdens het
verblijf van Pel op Java van Juli 1875 tot den aanvang van November
van dat jaar, niet voor de politiek van agressie behoefde gewonnen te
worden, maar daartoe den stoot gaf, en dat het Legerbestuur toen
wel moest toegeven maar niet gewonnen was, heb ik reeds hiervoren
gezegd. En wat betreft het met een kluitje in 't riet sturen, het
is al weder een trek die niet strekt tot verfraaiing van het beeld, door
den heer K. van den generaal Pel ontworpen. Op mijne beurt zou
ik nu kunnen zeggen, welk eene zwakke Regeering, die zich met een
kluitje in 't riet laat sturen, en die niet denkt aan de toekomst van
AtjehEn ik zou er kunnen bijvoegenwas het Pel die zoo lichtzinnig
te werk ging, en liet het Legerbestuur zich ook met een kluitje in
't riet sturen Pel en het Legerbestuur, die, als men den heer K. mag
gelooven, de zaken te Atjeh vrij zwaar inzagen. Overigeus vergeve mij de
S. dat ik hem opmerk, dat het bestaan van plannen tot het innemen
eener meer uitgebreide stelling bij den generaal Pel, tijdens zijne komst
op Java, nog volstrekt niet bewijst dat de regen van geschriften en
dagbladartikelen waarin het stelsel van Yan Swieten werd veroordeeld,
(1) Ten behoeve van eene liefdadige inrichting werd eenige jaren geleden te Ba
tavia een fancy fair gehouden. Eene der lieve verkoopsters, veilde Atjeh tabletten a
la Van Swieten, en a la Pel. De eersten waren eenvoudige twee gulden vijftig stukken,
de tweede puntkogels. Zij vond veel bijval. Het feit teekent als een blijk van dep
geest, dien men toen had weten op te wekken,