205 wel dikwijls van een retraite maar zelden of nooit van een de'faite des vijands sprake mocht zijn. De eervol behaalde overwinningen onzer troepen worden door de op den terugweg geleden vaak belangrijke verliezen vrij doelloos, en dienen, in stede van geestdrift en zelfvertrouwen op te wekken, op deze wijze eer om den troep een gevoel van minderheid tegenover zulk een hard- nekkigen vijand in te boezemen en werken dus demoraliseerend. Hierin dient noodzakelijk verandering te komen en daar, zonder zeer ingrijpende en op ontelbare bezwaren stuitende veranderingen in de wa pening, uitrusting, indeeling, enz. onzer geregelde troepen geen verbetering in deze te verkrijgen is, zoo moet de remedie tegen dit kwaad wel ergens anders gezocht worden en richten wij daartoe onze blikken dan ook naar elders. Drie eilanden, Ni as, Borneo en Halémahéra zijn het en voornamelijk het laatstgenoemde welke wij in het oog vatten. In elk dier gewesten wonen krachtige, nog bijna in natuurstaat levende, met de behandeling van lans en klewang van jongs af vertrouwde, als woud- loopers en bergbeklimmers uitmuntende, oorlogzuchtige stammen, die voor het doel waarvoor wij hen gebruiken willen uitnemend geschikt zijn. In de wildernissen als jager en strijder groot gebracht, met weinig te vreden, gehard tegen ontbering en vermoeienissen, begiftigd met door hun levenswijze gescherpte zintuigen, zijn zij met hun sterk oriëntee- ringsvermogen, de aangewezen personen, om den eens geslagen vijand te achtervolgen en zijn terugtocht in een voor hem noodlottige vlucht en vernietigende nederlaag te veranderen. Nooit zelfstandig handelend, maar altijd in verbinding met geregelde troepen optredend, zou het hunne taak moeten zijn om daar, waar de geregelde troepen uit den aard der zaak te kort moeten schieten, dooi den vijand op Inlandsche wijze te bestrijden, den troep bij de slot scène het werk uit de handen te nemen en het bloedig drama te helpen voltooien. Zijn de berichten waar, dat er iets broeit in de lucht en weldra weder een groote slag geslagen zal worden, om onze wapenbroeders daar ginds wat lucht te verschaffen, de Nisero-zaak uit de wereld te helpen en den door de zegeningen van het civiel bestuur overmoedig geworden vijand een weinig tot de orde te roepen, waarom dan niet eens een proef geno men, om voor den duur van een tocht, 3 a 4 maanden, 1000 Halémahé- rasche Alfoeren, die de sultan van Ternate bij eenigen goeden wil binnen eene maand kan leveren, bij de geregelde troepenmacht en wel liefst bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 216