208 is door verschillende proeven middelen te beramen. Uit den aard dei- zaak vereischen dergelijke proeven veel tijd. Mocht het gelukken zulk een middel te vinden dan zoude de patroon- fabricatie daardoor weder een stap voorwaarts zijn gebracht. Scheuren van hulzen en gasontsnapping dientengevolge zullen dan zeker geheel worden voorkomen, terwijl het meermalen gebruik maken van dezelfde huls, zonder dat die eerst weder op maat behoeft te worden gebracht, waarschijnlijk eene belangrijke besparing van uitgaven zal kunnen te weeg brengen. In Indië zal men met dergelijke stalen hulzen voorloopig nog wel geene proeven behoeven te nemen. Behalve met het daareven genoemde bezwaar, zoude men hier met het roestvrij houden der hulzen zeer veel last hebben, tenzij men er toe overging ze te vernikkelen of wel met eene laag van een ander niet-oxydeerend metaal te overdekken, eene bewerking die wel niet bijzonder kostbaar of moeielijk zoude zijn, maar vermoedelijk telkens wanneer men eene eenmaal gebruikte huls op nieuw wilde bezigen, herhaald zoude moeten worden. Statistiek van het officierskorps van het Indisch leger. Toen ons laatstelijk in handen kwam een officiershoekje van het jaar 1869 en wij dat vergeleken met het op 1 Januari 1884 verschenen exemplaar, viel het ons op, welke een slachting een tijdvak van 15 jaar in de ranglijst der officieren maakt. Yoor de curiositeit deelen wij daaromtrent een en ander mede. Tot recht verstand zullen wij ter linkerzijde van den te noemen rang neer schrijven, hoeveel personen in dien rang op 1 Januari 1869 aanwezig waren, terwijl op dezelfde lijn terrechterzijde staat vermeld hoeveel van hen in hoog eren rang hij hetzelfde wapen op 1 Januari 1884 nog dienden. Militaire administratie. 1 Kolonel 1 Luitenant-koloneln 5 Majoor 28 Kapitein1 29 le Luitenant1 28 2e idem 5 totaal 87 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1884 | | pagina 219