232
nin, W. Stoop, W. E. Yan Ingen, P. P. W. Yan der Paardt, W.
P. A. SteenmeijerT. P. W. Engelbert van Bevervoorde, den 2e"
luitenant J. De Blom benevens de adjudanten-onderofficier dienst
doend officier Despretz en Van Duyvewaerdt.
Wij eindigen ons opstel met het afleggen eener verklaring, waar
om wij schreven. Wanneer men de verschillende jaargangen van
het Indisch Militair Tijdschrift opslaat, welke sedert het jaar 1873
verschenen en meer in het bijzonder onze aandacht vestigen op de
soberheid van het aantal krijgshistorische bijdragen, welke in dat
Tijdschrift omtrent den te Atjeh gevoerden oorlog te lezen zijn, dan
valt het op, hoe, naar het schijnt, afkeerig over het algemeen zich
de Indische officier betoont in het „laten drukken" zijner oorlogservaring.
De militaire Hollander loopt, zooals men dit wel eens platweg
noemt, niet gaarne met zijne in den oorlog opgedane ondervinding,
aan den grooten weg te koop en slechts bij andere volkeren ziet men
in geïllustreerde maand- en weekbladen, terreinschetsen van den
oorlog, episodes van geleverde gevechten, portretten van gesneuvelde
en gewonde officieren en wat niet al afgebeeld.
Het komt ons te dien opzichte voor, dat wij, officieren van het
Nederlandsch-Indisch leger, in onze bescheidenheid wel wat vèr gaan en
dat niemand buiten dat leger het ons ten kwade duiden zal, wanneer
wij ons zeiven een heel klein, klein weinigje, naar voren dringen.
Waarom b. v. komen er in de een of andere Nederlandsche Il
lustratie niet van tijd tot tijd schetsteekeningen voor, gelijk enkele
jaren geleden van de hand van den len luitenant der infanterie F.
A. W. Jaeger, naar wij meenen in „Ueber Land und Meer", ver
schenen
Waarom geeft b. v. een „Eigen Haard" aan ieder Nederlander
geen portret te aanschouwen van een luitenant Yan Bennekom, op
de wijze zooals de „Illustrated London News' den in „the war
killed or wounded" jongsten 2®" Luitenant van het Britsche leger,
aan gansch Europa vertoont?
Had de vader van dienzelfden luitenant Yan Bennekom, de oud-
Luitenant-Kolonel van het Indisch leger niet volkomen gelijk, toen
hij, in de eerste dagen van Januari d. j., in vele dagbladen de