234
door thans in dit opstel een verhaal te geven van de door ons bij-
gewoonde expeditie naar Loöngeen tochtje, dat, wij erkennen het
al dadelijk, niet zooveel te beduiden heeft gehad, om in den door
ons bedoelden zin goedschiks daarmede eene Oost-Indische, krijgs-
historisch-descriptieve campagne te openen.
Omdat echter nagenoeg niemand over zijn veldtochten en veld
tochtjes schrijft, ziju wij nu maar zoo vrij geweest, iets van het
weinige te berde te brengen, waartoe onze krijgservaring ons in de
gelegenheid stelt.
De gasten nemendit vragen wij beleefd, ook hier het weinige
en eenvoudige voor lief.
J. A. Vink.
Kapitein der Infanterie.